- 2 -
De heer A. Verheiien vraagt zich af of het college zich kan houden aan
haar uitspraak dat nog voor 1 januari aanstaande een standpunt is be
paald. Hierin zouden ook afwegingen over gebruik van de 2 andere accommo
daties moeten zijn vervat.
Het is aldus de voorzitter vanzelfsprekend dat de commissie Welzijn en
mogelijk ook de commissie Financiën om advies wordt gevraagd. Daarbij
is niet aan de orde of op 1 januari aanstaande een definitieve beslissing
bekend is, doch dat uiterlijk op deze datum een standpunt over de lokatie
is ingenomen.
De heer Nelemans beaamt dit; mocht de uitbreiding niet op de huidige lo
katie kunnen plaatsvinden dan zal in overleg met DJA een alternatief moe
ten worden gevonden.
Daar dit onderwerp niet op de vergadering van de commissie Welzijn van 29
november aanstaande is vermeld en in december geen vergadering wordt ge
houden stelt de heer Damen voor een extra vergadering in te gelasten.
Alsdan is immers uitsluitsel op 1 januari 1989 mogelijk en hebben alle
frakties hun inbreng kunnen geven.
De heer Nelemans betoogt dat een inbreng van de commissie Welzijn eerst
zinvol is indien een standpunt van het college over de lokatiekeuze be
kend is. Dit standpunt is uiterlijk 1 januari aanstaande bekend. Daarna
is de discussie mogelijk over de verdere invulling van het terrein via
een kunststofatletiekbaan of anderzins.
Hoewel het college dan nog geen standpunt kan hebben ingenomen kan het
bij monde van de heer A. Jochems. voorzitter van deze commissie akkoord
gaan met de suggestie van de heer C. Verheiien om het rapport in ieder
geval op 29 november aanstaande in de commissie Welzijn te bespreken.
Met instemming van de raad wordt derhalve aldus besloten.
Omtrent stuk nr. V inzake brief Ned. Jack Londonverbond over verbod tot
gebruik van dieren bij evenementen.
Op de daartoe strekkende vraag van de heer Damen antwoordt de voorzitter
dat hij het streven van deze vereniging al eens heeft ondersteund, door
een bepaald evenement, waarbij dieren werden misbruikt, te verbieden.
Vervolgens wordt omtrent de ingekomen stukken met inachtneming van het
beslotene onder III, overeenkomstig het daarbij gestelde besloten.
3. MEDEDELINGEN.
Omtrent mededeling nr. 1 inzake afhandeling bijdrage aanlegkosten druk-
riolering Kapellekestraat.
De heer Adriaensen meent dat bij de voorbereiding in de commissie Ruimte
lijke Ordening en Milieu van het raadsbesluit van 24 september 1987 dui
delijk is gesteld dat een baatbelastingverordening zou worden voorbereid
en aan de raad ter vaststelling zou worden aangeboden. Deze verordening
is blijkbaar van de baan terwijl 10 belanghebbenden voor 12 aansluitingen
een bijdrage hebben betaald.
- De -