- 4 -
5 Voorstel tot verpachting van een perceel gemeentegrond, kadastraal bekend
gemeente Riisbergen sektie G. nr. 793 gelegen op de hoek Armenbaan-
Breedschotsestraat te Rijsbergen aan de heer M.J.J.M. Vriends.
Bakkebrugstraat 18 te Zundert. gedurende de periode van één jaar.
De heer Arnouts meent dat de verpachting voor telkens 1 jaar voor betrok
kene te kort is. Hij vraagt de gronden volgens het verzoek uiteindelijk
toch maar aan de heer Vriends te verkopen. Daarover vraagt hij stemming.
De heer Mariinissen wijst er op dat de jaarlijkse verpachting voor betrok
kene geen perspektief biedt voor een koop. De pacht brengt in relatie met
een koop ook volgens hem veel minder op.
De voorzitter verwijst naar de argumenten van de verpachting naar het kol-
legevoorstelwaaruit blijkt dat het kollege de gronden in de toekomst voor
eigen zaken kan gebruiken. Een verkoop past niet in het beleid omtrent de
gemeentegronden in het buitengebied.
De heer Arnouts handhaaft daarop zijn standpunt, een reden daarvoor temeer
is volgens hem het feit dat de gronden nabij het huisperceel van de heer
Vriends zijn gelegen.
Vervolgens wordt met de stemmen van de heren Arnouts, Damen, Marijnissen,
Roks en mevrouw Voeten 'tegen' (de overige leden stemmen 'voor') overeen
komstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
6 Voorstel tot het vaststellen van een voorbereidingsbesluit voor het
gebied van de voormalige vuilnisstortplaats "De Leemputten''
De heer Roks wijst op de mogelijkheden tot indiening door de eigenaresse
van de gronden van een schadeclaim bij de gemeente. Het bevreemdt hem dat
hoewel de gemeente geen eigenaar is, zij toch anderen kan dwingen op de
voormalige stortplaats een bos aan te leggen.
De heer Mariinissen vraagt in aanvulling daarop of met de betrokken eigena
resse overleg is gepleegd over het bos.
De heer Adriaensen meent dat het beter is een partieel bestemmingsplan
voor het gebied op te stellen dan het op te nemen in het bestemmingsplan
niet-agrarische bedrijven buitengebied. De voormalige vuilnisstort is
immers geen 'niet-agrarisch bedrijf'. Het beheer van het toekomstige bos
zou volgens hem voorts niet aan de stichting behoud natuur en leefmilieu
moeten worden gegeven. Deze stichting, rechtstreeks ontstaan uit de
nederlandse jagersvereniging, heeft tot doel gebieden zodanig te beheren
dat er voldoende wild is voor de jacht. Het beheer moet volgens hem
echter in eigen hand worden gehouden of worden gegeven aan reguliere
natuurbeschermingsorganisaties
De voorzitter merkt op dat indien schade op grond van een bestemmingsplan
aanwezig is daarvoor ingevolge artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening een verzoek om schadevergoeding kan worden ingediend.
- Er -