- 9 -
De heer Zwaard verzoekt daarom de werking van het nieuwe reglement
na 1 jaar te evalueren.
Hij ondersteunt vervolgens de opmerkingen van de heer Verheijen
inzake de wijziging van artikel 10, lid 2 omtrent de ondersteuning
van moties door een fraktie, ongeacht het aantal leden hiervan.
Tot slot van zijn tweede termijn van spreken stelt hij het
eens te zijn met de voorgestelde beperking van de rondvraag;
deze moet naar zijn mening zoals dit immers tot op heden nogal
eens gebeurde, niet uitmonden in diskussies.
De heer Verheijen handhaaft zijn in eerste termijn ingediende
wijzigingen en aanvulling. Hij ondersteunt voorts de aanvulling
artikel 15, lid 3, die de heer Zwaard heeft voorgesteld. Hij
waardeert de steun van de fraktie Arnouts over de door hem voor
gestelde wijzigingen en aanvulling.Omtrent de door anderen voorgestelde wijzigiiigvan
art.15, lid 7 inzake de beperking van de spreektijd wijst hij op het
feit dat slechts de raad op voorstel van de voorzitter een beperking
in spreektijd kan vaststellen. De raad loopt dus geen gevaar.
Met de compromis in artikel 38 over het stellen van 1 vraag in
de rondvraag kan hij akkoord gaan-f bij de toepassing van artikel
44 verzoekt hij de voorzitter de over te leggen bescheiden na de
spreektijd niet alleen aan de notulen toe te voegen, dochfiok déél*
uit te laten maken van de vervolgberaadsbeslagingen.
Hij vraagt tot slot stemming over zijn voorgestelde wijzigingen
en aanvullingen.
De heer Roks meent dat artikel 73 van de gemeentewet zonder
meer de mogelijkheid opent aan de raad gerichte stukken ter kennis
van de raad te brengen; in een volgende vergadering kan worden voor
gesteld wat met de brief te doen.
De voorzitter wijst hem erop dat de betrokken bepaling in het reglement
van orde niet in strijd mag zijn met dit artikel 73. Hij meent dat
de heer Roks slechts bezwaar heeft tegen de redaktie van 'zo mogelijk',
namelijk dat de aan de raad gerichte stukken zo mogelijk in de eerst
volgende vergadering aan de raad worden aangeboden. Het is dus naar
zijn mening aan de voorzitter om aan te tonen dat het niet mogelijk, is
zulks in voorkomend geval te doen. Hij wijst hierbij op de termijn van
verzending van raadstukken of in het geval'dat het kollege meent dat het
stuk nog niet voor openbaarheid in aanmerking komt, of datatukken zoek taken.
Op een daartoe strekkend verzoek van de heer Roks toch maar de stukken
aan de raad aan te bieden, wijst de voorzitter hem er op dat in dat
geval de brieven op de lijst van ingekomen stukken worden geplaatst.
Hij merkt voorts op dat indien het betrokken artikel in het reglement
wordt gewijzigd in strijd met artikel 73 van de gemeentewet wordt
gehandeld.
De heer Roks stelt tot slot van zijn tweede termijn dat zijn fraktie
akkoord kan gaan met de voor de rondvraag voorgestelde beperking
tot het steller^van 1 vraag.
De heer Damen wijst erop dat de voorgestelde beperkingen van spreek
tijd in strijd zijn met artikel 51 van de gemeentewet inzake het zonder
last of ruggespraak besluiten door de raad.
Daaruit leidt hij af dat ieder raadslid voldoende in de gelegenheid
moet worden gesteld zijn opmerkingen te plaatsen. De verantwoording
aan de kiezers wordt in raad afgelegd, aldus spreker. De meerderheid van
de raad kan dan immers bij een bepaald heet politiek hangijzer de
oppositie monddood maken. Moet toch een spreektijdbeperking worden in
gesteld, dan laat hij dit liever over aan de voorzitter in plaats van
aan de raad. De voorzitter heeft volgens hem bij het reglement voldoende
mogelijkheden een spreker te beperken indien hij niet bij de orde blijft.
- De -