- 15 -
gediend nadat zonder bouwvergunning was gebouwd. Dat is de kwestie. Daarna heb
ik in de commissievergadering duidelijk aan de orde gesteld de vergelijking
met de rechtsgelijkheid en de andere gevallen, of dit nu de oude kantoren zijn
aan de grensovergang of andere zaken. Ik heb toen duidelijk gesteld dat Zun-
dert wordt geconfronteerd met een aantal niet-agrarische gebouwen in het bui
tengebied. Het is ondoenlijk al deze zaken zonder meer recht te breien. Daarom
heeft het college gezocht naar een oplossing, teneinde deze hutten ook op een
menswaardige wijze te kunnen laten bewonen. Met de maat die hiervoor is gege
ven, hebt u in de kwestie Bastiaansen aan de Kleine Heistraat ingestemd. Ik
moet opnieuw stellen -ik meen immers dat de heer Marijnissen mij verkeerd be
grepen heeft- dat dergelijke bouwwerken een oppervlakte van tenhoogste 70 m2
of een bepaald aantal kubieke meters inhoud mogen hebben. Je mag dit dus niet
dubbel tellen. Anders hoor je alleen maat datgene wat je graag wil horen. Men
mag dus deze bouwsels verbouwen tot een oppervlakte van 70 m2, zulks uiteraard
slechts met een bouwvergunning. De oppervlakte van het gebouwde aan de Gaardse-
baan overtreft deze 70 m2, al moet ik toegeven dat in de weigering een type
fout is geslopen. Het gebouwde heeft een oppervlakte van 131 m2 en niet 171 m2
zoals in de weigering is aangegeven. Je kunt dit het college wel euvel duiden,
doch het vormt nog geen reden daarom in het kader van een ge
lijke rechttoedeling de aanvragen alsnog te honoreren. Vast staat dat is ge
bouwd zonder bouwvergunning. Voorts staat vast dat het gebouwde de genoemde
maat van 70 m2 overschrijdt, ook al hebben anderen, soms clandestien, tot deze
oppervlakte gebouwd. Het aantal maximaal kubieke meters laat ik maar in het
midden. In de betreffende commissievergadering wist ik dat niet. Als de raad
de oppervlakte van 131 m2 toestaat, dan wordt daarmede het beleid van de maxi
male 70 m2 doorkruist en is elke willekeurige oppervlakte aan de orde. Dat heb
ik duidelijk in de commissievergadering gesteld. Het college hoeft dus helemaal
niet beschuldigd te worden dat het niet soepel is of dat tegen mensen onfatsoen
lijke maatregelen worden gefiomen. Ik blijf dit ontkennen. Het college is juist
rechtvaardig en menswaardig bezig, in tegenstelling tot het verleden toen het
ene wel en het andere niet mocht. De heer Damen stelt dat het college het meer
derheidsadvies van de commissie moet opvolgen. Nu het college dit niet doet, is
dit een fout in de procesgang. Zijn stelling is in het algemeen wel juist en het
is inderdaad prijzenswaardig. In elke raadscommissie heeft iedere raadsfraktie
zitting, teneinde minderheden op gelijke voet mee te laten praten. Dit kan ech
ter niet betekenen dat het advies van de commissie ook de mening van de meer
derheid van de raad zou zijn. Het college is niet verplicht het advies van een
commissie op te volgen. Daarom juist is het een advies. Het college meent in
deze zaak dat het recht en het beloop daarvan geweld zou worden aangedaan, ook
al interpreteert men het collegebeleid ruim. Het college meent dus dat daarom
juist van het advies van de commissie moet worden afgeweken. Op de vraag van
de heer Verheijen wat de gevolgen zijn indien het beroep wordt afgewezen stel
ik het volgende. Zoals de heer Marijnissen memoreert heeft het college betrok
kene aangeschreven voornemens te zijn politiedwang toe te passen. Er is nog
geen politiedwang toegepast, zoals de heer Marijnissen stelt. Over de gevolgen
dus van een afwijzing kan ik nog niet ingaan, omdat betrokkene tegen de aan
schrijving beroep heeft ingesteld bij de afdeling rechtspraak van de Raad van
State. Zolang nog geen uitspraak hiervan is ontvangen, doe ik over de gevol
gen nog geen uitspraak, omdat de zaak immers onder de rechter is. Als er dan
een uitspraak is, adviseer ik u kennis te nemen van de jurisprudentie over
dergelijke zaken waaruit blijkt waartoe de civiele rechter de gemeente dan
wel uw gemeenteraad kan dwingen. De consequenties zullen dus goed moeten wor
den overwogen. Mijn betoog is algemeen, de details zijn immers al in de commis
sievergadering besproken. Over het vroegere aanwezige gebouwtje praat ik niet,
dit staat er niet meer. Was het er nog, dan had deze zaak niet behandeld hoe
ven te worden.
- De -