ji
- 10 -
De heer Laurijssen
Mijn opmerkingen beperken zich tot het afleggen van een stemverklaring. In de
betreffende commissievergadering is er al veel over gepraat. Dus hoef ik hier
niet zoveel over te zeggen. Ik ben tegen kapitaalsvernietiging en stem dus
tegen het collegevoorstel, tenzij het college zegt dat de zaken niet worden
afgebroken. Ook al wil de heer Siemons de schuur in de oorspronkelijke hoogte
terugbrengen, toch ben ik ook hier cp tegen; de bus komt dan immers weer bui
ten te staan. Daar is iedereen het niet zo mee eens.
De heer Zwaard
Spreekt de heer Laurijssen namens zijn fraktie of voor zichzelf.
De heer Laurijssen
Dat laatste.
De voorzitter
Iedereen doet dat. Ik wijs u op de bepaling in de gemeentewet,nl. dat u stemt
zonder last of ruggespraak. Ik vind het jammer u daarop te moeten attenderen.
ongegrond
te ver
klaren
toev.ggk
over
'doprh.
en
De heer Damen
Mijnheer de voorzitter,
Naar aanleiding van het voorliggende voorstel, waarin het college adviseert om,
in tegenstelling tot het duidelijke meêrderheidsadvies van de commissie Alge
meen Bestuur, i.e. fungerend als hoorcommissie op grond van de wet Arob, de be
zwaren van de heer Siemons tegen de weigering van uw college om een vergunning
af te geven voor de bouw van een houten woning, alsook voor de vergroting van
een schuur* wil ik gaarne het volgende opmerken.
De heer Molenaar heeft, namens de heer Siemons beroep ingesteld tegen de voor
noemde weigering. Dat beroep is ingesteld bij de gemeenteraad. Ontvankelijk
zijnde in dit beroep,.is er een hoorzitting geweest waar de betrokkenen in de
gelegenheid zijn gesteld om hun bezwaren toe te lichten. Na afloop van de hoor
zitting heeft de hoorcommissie zich na overleg een oordeel gevormd. Dat advies
aan de raad dient het uitgangspunt te zijn voor de behandeling van de zaak iri
deze gemeenteraadsvergadering, zoals het statuut van de vaste advies-commis
sies van de gemeenteraad, dat we onlangs hier hebben vastgesteld,zegtDat is
hier echter nadrukkelijk niet het geval. Nu gebleken is dat de commissie in
ruime meerderheid adviseert om de ingediende bezwaren gegrond te verklaren,
wordt het advies van deze commissie naar de achtergrond geschoven en komt het
college met een uitgebreid voorstel om de bezwaren ongegrond te verklaren.
Wij vinden dit niet correct t.o.v. de hoorcommissie. Blijkbaar is het college
er heel wat aan gelegen om in deze kwestie haar gelijk te' halen. Dat mag na
tuurlijk, maar dan wel volgens de regels. Na de uitgebreide discussie over de
instelling en de samenstelling van de verschillende commissie, waarin steeds
opnieuw werd benadrukt welke belangrijke rol deze commissies zouden moeten
gaan spelen, komt de hele gang van zaken rondom dit punt wel wat wrang over.
Een commissie-advies, wordt door het college zonder meer naast zich
neergelegd en wordt terloops aan het eind van het voorstel nog slechts ver
meld, waarbij we dan nog maar niet spreken over de suggestieve manier waarop
in dat advies het standpunt wordt aangeduid van de 4 commissieleden die zich
uitspraken voor het gegrond verklaren van de ingebrachte bezwaren. Zonder
op de uiteindelijke beslissing vooruit te willen lopen wil ik voorts stellen
dat uitgerekend door een van de coalitiepartijen aangetoond wordt hoe betrek
kelijk commissie-adviezen kunnen zijn. Commissies, hoe democratisch ook samen
gesteld, blijken toch niet immer een afspiegeling van de raad te zijn. Het
feit dat dit hier vanavond in ieder geval door het college en wellicht ook
door de coalitie duidelijk wordt aangetoond, stelt de hele discussie jj>€»©**het
toev.
- commissie -