- 22 -
Deze zijn met name getroffen in de bergingen, zo stelt de heer Nelemans. Om
trent vermeende verschillen in raadsvoorstellen en collegerapporten verzoekt
hij de heer Damen een en ander tijdiger dan in de raadsvergaderingen te mel
den. Hij zegt een schriftelijke reactie aan de- heer Damen toe.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
9 W.W.W. 25. VOORSTEL INZAKE BOUW VAN 9 WONINGWETWONINGEN AAN DE HEERDGANG (CONTINGENT 1987)
Heerdgang
contingent ^eer R°ks meent dat in afwachting van het resultaat van het distributief-
1987. planologisch onderzoek voor de Molenstraat nog geen beslissing over de be
bouwing van het perceel Heerdgang hoek Molenstraat moet worden genomen.
c
Be heer S. Jochems veywiis naar een eerder unaniem raadsbesluit, waarbii is in-
gestemd met de bouw van bejaardenwoningen op deze locatie.
De heer Marijnissen meent dat het streven om nabij de Molenstraat zoveel
parkeerplaatsen te creëren moet worden ondersteund, desnoods via een onder
grondse parkeerplaats bij de te bouwen woningen, ook al kost dit meer geld.
Hij kan niet instemmen met het feit dat de voorgevels van de te bouwen wo
ningen op 6 m van elkaar komen te liggen. Het tussenliggende pad is dan be
stemd voor voetgangers en fietsverkeer
Ook de huur van 478,90 per maand is voor hem veel te hoog, temeer omdat
deze woningen via klimleningen worden gefinancierd. Hij verzoekt, mede gelet op
het genoemde onderzoek voor de Molenstraat, aanhouding van de beslissing.
Mevr. Grooten memoreert net standpunt van haar fractie dat met de bouw van
de woningen wordt ingestemd, temeer omdat de grond veel te duur is voor de
aanleg van parkeerplaatsen. Volgens haar moet nog maar worden beoordeeld of
nog meer bejaardenwoningen op het resterende gedeelte kunnen worden ge
bouwd
De heer van der Kloot verwijst naar het eerdere standpunt van de raad tot
de bouw van bejaardenwoningen,zodat volgens hem geen andere bestemming of
gebruik aan de orde kan zijn.
De heer Nelemans wijst in zijn reactie op de volgende aspecten.
- eind 1986 is voor het betrokken gebied een voorbereidingsbesluit genomen
teneinde daarop de bouw van bejaardenwoningen mogelijk te maken;
- het college heeft daarop naarstig gezocht naar een zo goed mogelijke in
vulling van het gebied via de bouw van hat- en bejaardenwoningen, van de
Molenstraat gescheiden via een poort, te bouwen poort er wering van het verkeers
geluid van de Molenstraat.
- als niet wordt gekozen voor de bouw van het kontingent 1987 is de gemeen
te dit kwijt, omdat vo'ór 1 juli de invulling van dit kontingent bij het
ministerie moet liggen.
- uit stedebouwkundig oogpunt is de locatie niet geschikt voor de aanleg van
parkeerplaatsen; toen derhalve het bouwplan voor de bejaardenwoningen werd
gepubliceerd zijn geen bezwaren, ook niet door de winkeliers ingediend;
- men moet niet via de wens om meer parkeerplaatsen vooruit lopen op de uit-
slag van het distributie-planologisch onderzoek.
t De heer Roks wijst op het feit dat ten tijde van het raadsbesluit voor de
bouw van bejaardenwoningen niet het onderzoek van de Molenstraat aan de or
de was, zodat de winkeliers ook niet op het aspect van parkeerplaatsen kon
den ingaan. Hij kan dan ook niet meegaan met het collegevoorstel.
- Omdat -