bij dergelijke bepalingen in het buitengebied heeft tot de nodige discussies geleid en uit de jurisprudentie bleek dan dat een norm van 10% uitbreiding aanvaardbaar was. Daarbij is 10% van een kleine woning erg weinig. Het col lege heeft daarom bij niet-agrarische woningen in het buitengebied dezelfde norm aan de huizen in de bebouwde kom gesteld. Dat is dan ca. 70 m2. Het bleek dat betrokkene hiermede niet uit de voeten kon; dit kwam omdat in eerste instantie de bij keuken werd aangemerkt als een intern gedeelte terwijl het in feite behoorde bij de b gebouwen. Omdat voor bijgebouwen andere maatstaven gelden is er dus een op lossing gevonden. Hoewel het enige tijd heeft gekost is de kwestie goed op gelost. Al met al is wel aangetoond dat het een goede zaak is indien een bestemmingsplan buitengebied er is. Met het huidige plan is moeilijk te wer ken en het is flauw dit de ambtenaren aan te rekenen. Zij hebben het volgens de regels beoordeeld. Dat is normaal, terwijl ook de situatie ter plaatse is bekeken. Ik voel me dan ook niet aangesproken als een groot huisbezitter. De heer Marijnissen doet dan wel of hij de oplossing bewerkstelligd heeft, doch betrokkene is zelf voor zijn rechten opgekomen. Dat is in 1987 alleen maar een goede zaak. De voorzitter Ter geruststelling merk ik op dat ik binnen 1 jaar uit mijn huidige grote woning vertrokken ben; dan verkrijg ik dezelfde rechten als de heer Bas- tiaansen. Overigens wijs ik er op dat de norm voor de heer Bastiaansen ook in andere soortgelijke gevallen zal gelden. Dan worden alle misverstanden in de nieuwe plannen voorkomen. Het betreft nu de bestaande niet-agrarische woningen in het buitengebied. Dergelijke woningen moeten immers ook volgens de huidige normen kunnen worden bewoond. Voorts doet een ambtenaar er juist aan indien hij het college adviseert over de juiste mogelijkheden van het bestemmingsplan. Indien het college meent daaraan in het belang van een goed bestuur een ruimere interpretatie te moeten geven, dan is dat voor onze verantwoording. Dat mag u een ambtenaar nooit euvel duiden. De heer Marijnissen Met de ambtenaar heb ik uiteraard ook het college bedoeld. U suggereert wel dat ik op de ambtenaar afgeef, doch dat is niet het geval. Een ambtenaar voert immers slechts uw opdrachten uit. Doch van de ambtenaren krijgen de burgers wel de informatie en de boodschap. Bij een negatief advies komt de mondige burger tegenwoordig voor zijn belangen op. Deze mondige burger heeft zich eerst tot ons gewend. De heer Nelemans had dit graag anderq ge zien. Gelet op de goede afloop ben ik blij met de opmerking van de voorzit ter dat de voorlichting gaat veranderen. De normen voor betrokkene gelden gelukkig ook voor de anderen. Ik hoop dat de gewijzigde voorlichting tot minder problemen zal leiden. Als het aan de fraktie Groen Zundert ligt, zullen er nog veel woningen in het buitengebied verdwijnen, zodat men er niet meer van kan genieten. Ik wijs er in dit verband op dat betrokkene terecht opmerkt «dat hij minder rechten heeft dan een agrariër. Ook dit wil Groen Zundert. Betrokkene vindt het onterecht dat hij omtrent het wo nen minderwaardig wordt behandeld. Hij voelt zich duidelijk gediscrimineerd. Dit nu wordt door het college recht getrokken. Uit de opmerking van Groen Zundert leid ik af dat voor niet-agrariërs in het buitengebied er geen ver wachtingen zijn. Mevr. Grooten Mag ik de heer Marijnissen vragen uit welke opmerkingen hij heeft afgeleid dat ik woningen in het buitengebied wil laten afbreken. De heer Marijnissen Ik leid dit af uit het doen. en laten van deze fraktie in de raad, uit het ver kiezingsprogramma en nog meer zaken. Bij een nieuw bestemmingsplan voor het - buitengebied -

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1987 | | pagina 11