- 20 - Voortbordurend op de mogelijkheid om bijgebouwen tot 60 m2 opper vlakte te realiseren, welke oppervlakte via een vrijstelling ingevolge artikel 18a W.R.O. nog met ca. 20 m2 tot ca. 80 m2 kan worden uitgebruid, wijst hij op de mogelijkheden die daardoor voor het buitengebied worden geschapen; zeker bij kleinere wo ningen. Hij noemt hierbij de kwestie Siemons Gaardsebaan. Samen met een hoofdgebouw/woning van 70 m2 komt men dan tot een opper vlakte van ca. 150, terwijl de heer Siemons slechts 130 m2 had gerealiseerd De voorzitter onderbreekt de heer Marijnissen met de opmerking dat hier niet beide maten tegelijk mogen worden gehanteerd, het is of een oppervlakte van 15 m2 of een inhoud van bouwwerken van ten hoogste 50 m,3. De heer Marijnissen betwijfelt of dit ook duidelijk in het voorstel is aangegeven. Hij herhaalt tot slot niet akkoord te kunnen gaan met de voorvoorgestelde delegatie aan het kollege van de raad gegeven bevoegdheid tot toepassing van artikel 19 W.R.O. Mevr. Grooten memoreert dat een raadscommissie een adviescommissie is, doch dat de raad zelf de beslissing neemt, een en ander in het kader van zijn verantwoordelijkheid. Daarom ook is haar fraktie nooit akkoord gegaan met de tot op heden gevolgde gedragslijn bij de toepassing van artikel/19W.R.0. waarbij bij belanghebbenden teveel verwachtingen werden gewekt, voordat de zaak in de raad behandeld werd. Zij gaat daarbij in op pogingen om artikel 19 W.R.O. te schrappen, omdat er in de praktijk teveel misbruik van werd gemaakt. Een oplossing is volgens haar gevonden in de opname van artikel 19, lid 3 en artikel 19a W.R.O. Deze betekenen echter volgens het kollegevoorstel een terug gang in de bevoegdheid van de raad, nl. door na een beoordeling van de aanvragen in de kommissie de zaken aan het kollege te delegeren. Zij pleit voor een zelfstandige bevoegdheid van de raad, waarbij de thans geldende tijdschema's helemaal geen belemmering behoeven te zijn. Naast snelheid van werkenmoet volgens haar ook een zorgvuldig ruimtelijke ordeningsbeleid voorop blijven staan, zeker nu een nieuw bestemmingsplan voor het buitengebied wordt opgesteld. Zij wil de ontwikkelingen daarvan op de voet blijven volgen onder een zelfstandige verantwoordelijkheid van de raad. Na een evaluatie kan alsnog het huidige voorstel worden beoordeeld. Zij vraagt stemming over haar voorstel om zonder delegatie aan het kollege de adviezen van de kommissie over artikel 19 W.R.O.- aanvragen, rechtstreeks aan de raad voor te leggen. De heer S. Jochems zegt dat zijn fraktie alle vertrouwen in het kollege heeft om artikel 19 W.R.O. aanvragen volgens het voorstel af te handelen. De voorzitter wijst in zijn reaktie, zoals trouwens al in de betrokken vergadering van de kommissie ruimtelijke ordening en milieu is gesteld, erop dat de raad via de voorstellen tot vaststelling van voorberei- dingsbes luiten bij het artikel 19 W.R.O. aanvragen blijft ingeschakeld. Hij handhaaft derhalve het kollegevoorstel, omdat de raad bij artikel 19 W.R.O.-aanvragen blijft ingeschakeld. Mevr. Grooten wijst erop dat, daar een nieuwe start wordt gemaakt^niet aan de orde is of al dan niet vertrouwen in het kollege wordt gesteld, doch dat de eigen verantwoordelijkheid van de raad overeind blijft. Zij wil daarom als raad bij dergelijke zaken direkt betrokken blijven. - De -

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1987 | | pagina 102