- 38 -
Laurijssen en Domen.
"tegen stemmen" de dames Voeten en Bommelijn en de heren Marijnissen,
Zwaard, Jacobs, Arnouts, de Bruijn en van Nunen.
De voorzitter:
Gelet op de uitslag van 8 stemmen "tegen" en 6 stemmen "voor" zal het
kollege in de loop van het jaar haar standpunt nader bepalen.
De voorzitter:
Rente hypotheken gemeentepersoneel
Het kollege ziet geen aanleiding haar weergegeven standpunten terzake te
herzien. Indien men een lagere rente wil, kan men bij een bank een ande
re geldlening afsluiten.
De heer Marijnissen:
Toch handhaaf ik mijn verzoek om stemming.
Vervolgens gaat de voorzitter over tot de gevraagde stemming.
Wie "voor" stemt, stemt in met het standpunt van het kollege.
Wie "tegen" stemt, stemt in met het voorstel van de heer Marijnissen, tot
verlaging van de hypotheekrente voor het gemeentepersoneel.
Mevr. Voeten en de heer Marijnissen stemmen "tegen", terwijl de overige
leden "voor" stemmen.
De voorzitter konstateert daarop dat het standpunt van het kollege met 12
stemmen "voor" en 2 stemmen "tegen" is aangenomen.
De voorzitter gaat vervolgens over tot de beantwoording van de reaktie van
de fraktie Arnouts:
Rekonstruktie Meirseweg en verharding Hofdreef.
Een lid van het provinciaal bestuur heeft gesteld in beginsel daar niet
tegen te zijn. Men wacht een voorstel van de gemeente omtrent de finan
ciële konsekwenties en andere voorwaarden af. Het betreft een ingewikkelde
zaak, die niet zo maar op een dag kan worden afgedaan.
De heer Arnouts:
Is het voorstel van de provincie al in studie? De verharding van de Hof-
dreef is immers erg belangrijk! Ik begrijp dat de provincie wacht op een
voorstel van de gemeente, terwijl eerst sprake was van een provinciaal
voorstel
De voorzitter:
De dienst gemeentewerken is bezig met een voorstel terzake, daarbij wordt
ook tevens de Prinsenstraat betrokken, omdat de provincie ook van het be
heer en onderhoud daarvan af wil.
De gemeente moet over goede cijfers beschikken.
De heer Arnouts:
Zoals bekend wil de provincie inderdaad de provinciale wegen zoveel moge
lijk kwijt. Daarop vooruitlopend kan de gemeente de plannen opstellen.
Op de provincie hoeft toch niet te worden gewacht. Het is tijdverspilling,
terwijl we ook de werkgelegenheid niet uit het oog moeten verliezen. Ik
begrijp het kollege niet.
De voorzitter:
Dat hoeft ook niet, maar ik heb u wel geantwoord.
-C ai-
