- 36 -
Mevr. Grooten:
Ik wijs er op dat dit bedrag ook nog in de toekomst kan worden verhoogd. Be
treft het de georganiseerde bejaarden?
De voorzitter:
Het kan inderdaad voortdurend stijgen.
De heer Marijnissen:
Een stijging van het door mij voorgestelde bedrag van 10,-- heb ik niet aan
gegeven. Het betreft een bedrag van 10,-- per georganiseerde bejaarde^te be
talen aan de plaatselijke bejaardenbonden.
De voorzitter:
Ik herhaal nogmaals de argumenten van het kollege; alles geschiedt via de ge
noemde stichting terwijl ook al veel indirekte subsidie wordt verleend, zo
dat ook het rijk mede subsidieert.
De heer Jacobs:
Verenigingen moeten bij verzoeken om subsidie begrotingen indienen. Deze be
grotingen van bejaardenbonden zijn mij niet bekend. Ik kan wel meegaan met
de heer Marijnissen, indien er een daadwerkelijk tekort is, doch ik meen dat
de bejaardenbonden voldoende financiële middelen hebben.
Derhalve moet deze zaak maar eens nader worden onderzocht. Ik kan niet mee
gaan met de stelling: geef maar ƒ10,want de verkiezingen staan voor de
deur
De heer Marijnissen:
Je kunt wel stellen dat de subsidie eerst wordt verleend^indien er tekorten
zijn, doch anderzijds kan men stellen dat de bejaarden in het algemeen geen
geld over de balk gooien. Men heeft altijd zuinig weten te zijn. Uit ge
sprekken met bejaarden is mij gebleken dat men toch wel problemen heeft met
de manier waarop de stichting gekoördineerd bejaardenwerk het geld besteedt
en dat men daarop nauwelijks invloed heeft.
Ook van andere frakties hoor ik vanavond volop kritiek op het funktioneren
van de stichting. Kom je dan met konkrete voorstellen om wat voor de be
jaarden te doen, dan krijg je tegengestelde uitspraken te horen.
De bejaardenbonden zijn gebonden aan de begrotingen, waarop men geen in
breng heeft. De plaatselijke bejaardenbonden kunnen veel te weinig plaatse
lijke aktiviteiten organiseren. Dat is de algemeen gehoorde klacht. Dat nu
wil ik alleen maar onder de aandacht brengen.
Daarom mijn voorstel tot verruiming van de financiële mogelijkheden, tenzij
de voorzitter stelt met de stichting te overleggen dit alles uit een speciale
pot te betalen. Doch dat heb ik niet gehoord. Derhalve handhaaf ik mijn
voorstel
Vervolgens gaat de voorzitter over tot de stemming over het voorstel van de
heer Marijnissen voor 1986 10,per georganiseerde bejaarde bij de
plaatselijke bonden beschikbaar te stellen.
Wie "voor" stemt, stemt daarmede in, wie "tegen" stemt, stemt in met het
standpunt van het kollege.
"voor stemmen"; mevr. Voeten en de heren Marijnissen, Arnouts en de Bruijn.
De overige leden stemmen "tegen".
De voorzitter konstateert daarop dat het voorstel van de heer Marijnissen
met 4 stemmen "voor" en 10 stemmen "tegen" is verworpen.
-De-
