- 16 -
Deze laatste gedachte wordt zeker door praktisch alle frakties in de raad
gesteund.
Wij menen daarom dat er zeker een nieuw commissie-statuut moet komenjwaarin
op de eerste plaats het principe van de samenstelling moet zijn geregeld in
de zin zoals door ons in onze algemene beschouwingen over 1985 en 1936 ge
noemd. Om in alle belangrijke commissies alle frakties te laten vertegen
woordigen hebben wij vorig jaar,evenals Democratische Partij Zundert,dit
jaar gesteld dat er indien nodig of gewenst ook niet-raadsleden zitting zou
den moeten mogen nemen in een bepaalde commissie.
Uw gedachten dat dit tot ongelijke stemverhoudingen zou kunnen leiden be
strijden wij op grond van het feit, dat de raad het lichaam is waar binnen
gestemd wordt. Ons voorstel wordt gesteund door de praktijk. Er zijn gemeen
ten waarin deze praktijk al gaande is en in nummer 2 van Kort Bestek van dit
jaar staan de vergoedingen voor het commissiewerk opgenomen, waarbij een a-
parte lijst presentiegelden is opgenomen voor commissieleden die geen raads
lid zijn. Vanzelfsprekend moeten deskundigen voor de besprekingen van be
paalde zaken ook uitgenodigd kunnen worden.
Hierbij wil ik opmerken dat het natuurlijk zo moet zijn dat er niet getals
matig meer mensen van 1 fraktie in de commissie moet zitten. Het gaat er al
leen maar om dat een fraktie bijvoorbeeld met één raadslid, dat bewuste raads
lid in alle commissies zou moeten zitten, terwijl een grotere fraktie die ta
ken verdelen. Om toch je werk goed te kunnen doen zou je je dan moeten kunnen
laten vervangen door een vast lid van je fraktie, in een bepaalde commissie.
Wij hebben een commissiestatuut ontwikkeld, wat wij in fases zouden ingevoerd
willen zien. Niet allemaal tegelijk maar wel als een groeiproces naar meer
gezamelijk gedragen verantwoordelijkheid. Wij hebben daarom gevraagd om het
commissiestatuut klaar te hebben bij de start van de nieuwe Raad zodat deze
daarover zou kunnen stemmen en zouden kunnen starten met een nieuwe wijze
van werken in deze.
Als eerste zouden wij naast de bestaande commissies dan uw voorstel steunen
van de economisch-financiële commissie om dan na een half jaar werken bij
voorbeeld commissie welzijn I te starten en zo verder.
Over dit principe van voorbereiding voor de nieuwe Raad willen wij stemming
vragen. De stemming kan zonodig in tweeën. Een over de opzet van de commis
sies en de fasering van de invoering en ten tweede over de mogelijkheid om
niet-raadsleden, wel fralctieleden deel uit te laten maken van de commissies.
Over de herinrichting van het gemeentehuis merken wij op dat de meerderheid
van de raad achter de nieuwe cijfers staat. Wij vinden dat zonder inzicht in
de beide plannen het moeilijk is te beoordelen of de nieuwe of de oude plan
nen beter zijn en wij blijven daarom betwijfelen of de vernieuwingen zoals
ze nu gepland worden voldoende tegemoet komen aan de gewenste verbeteringen.
Op blz. 16 staat uw antwoord op onze wens een voorlichtingsambtenaar in
dienst te nemen en onze wensen met betrekking tot de aanvulling van het regle
ment rond de inspraakprocedures.
Wij hebben^onder andere doordat U Uw aanbiedingsnota liet publiceren^gemerkt
dat het college meer openheid betracht dan wij aanvankelijk gewend waren in
Zundert. Wij ondersteunen daarom ook vanzelf Uw plannen om nog meer dan in
het verleden tot publicaties over te gaan. Toch blijven wij van mening dat
een voorlichtingsambtenaar geen overbodige luxe is in deze tijd. Hij past in
het streven naar een zo goed mogelijke dienstverlening (wat elders in de no
ta staat) aan de gemeenschap. Nog belangrijker daarbij is dat zonder deze
ambtenaar er ongewild fouten worden gemaakt aan beide kanten4zoals wij erva
ren hebben. Bovendien wordt liet overheidsbeleid er niet eenvoudiger op in
tegendeel steeds ingewikkelder.
- Een -