- 12 - De heer Roks De mensen zijn dan wel vrij in de inschakeling van architekten en/of aannemers, doch in werkelijkheid ligt dit toch wel anders. Als ik immers goed ben geïnfor meerd,waren ervoor de gemeentelijke publikatie al een aantal schriftelijke ver zoeken om grondreserveringen ingediend. Ik meen dus dat op grond daarvan niet iedereen gelijke kansen krijgt. Als de mensen zich naar aanleiding van de gemeen telijke publikatie naar het gemeentehuis begeven, dan is het geen goede zaak, dat al inmiddels schriftelijke verzoeken zijn ontvangen. Daarbij komt nog dat in dien iemand een grondreserveringsaanvrage ondertekent ook tevens dan een aanne mingsovereenkomst moet worden ondertekend. Dit is waarschijnlijk dan wel niet naar ieders wens, doch het is naar mijn weten wel gebeurd. De gemeente streeft dan haar doel voorbij, omdat bij een grondreservering meteen een aannemer wordt betrokken. Al met al een kwalijke zaak. De voorzitter Ik zeg u, evenals de heer Damen, toe dat een en ander zal worden onderzocht. U ontvangt daarover bericht. Het is inderdaad nog maar de vraag of belanghebbenden inderdaad de bedoeling van het kollege begrijpen. Blijkt het initiatief van het kollege niet succesvol, dan zal het kollege dit beleid in 1987 herzien. Omtrent mededeling nr. 6. Inzake instelling parkeerverbod voor vrachtwagens in Zundert en Klein-Zundert De heer Marijnissen Het standpunt van onze fraktie in deze kwestie moet het kollege vanuit het ver leden duidelijk zijn. Daarbij geldt de stelling wat een boot is voor Urk, is een vrachtwagen voor Zundert. Urk zal daarom nooit zijn haven dempen of daarvóór een sluis aanleggen. Zundert doet dit echter wel. Het wordt voor de chauffeurs in Zundert erg moeilijk om naar behoren te funktioneren. Het kollege stelt wel op advies van de rijkspolitie, dat het huidige parkeerterrein voor vrachtwagens slecht zou zijn bezet, doch dit hangt slechts af van de tijdstippen waarop de politie de tellingen heeft verricht. De wagens in de straten worden dan wel op sommige tijdstippen geteld, doch er staat niet vermeld hoeveel vrachtwagens er op die tijdstippen op het parkeerterrein voor vrachtwagens, het Oranjeplein, 'Prinsenplein of Poteindplein waren geparkeerd. Het onderzoek is daarom naar onze mening maar slecht verricht; er staan uiteraard door de week op sommige plaatsen wel vrachtauto's hinderlijk geparkeerd, doch het kollege pakt de zaak wel radi caal aan, door het parkeerverbod voor 24 uur per dag te laten gelden. Dit wijst onze fraktie af. Voorts zou naar onze mening deze kwestie eerst maar door de commissie Openbare Werken moeten worden behandeld. De parkeerplaats voor vracht wagens aan de Grote Heistraat is in het weekend tot ca. 90% bezet; er staan dan gemiddeld 30 vrachtwagens; er kunnen er nog ten hoogste een paar bij, doch geen 10. De stelling dat er dus nog voldoende parkeergelegenheid is, is naar onze me ning niet juist. Het kollege ibaseert haar bevoegdheid tot de instelling van een parkeerverbod wel op een raadsbesluit van 1970, doch de vraag of dit raadsbe sluit nog moet worden gehanteerd, nu er ook een nieuwe algemene politieverorde ning in het vooruitzicht is gesteld. In het genoemde raadsbesluit is aangegeven, dat het kollege bevoegd is een parkeerverbod in te stellen uit een oogpunt van welstand en wanneer er voldoende parkeergelegenheid aanwezig is. Naar mijn me ning kan een vrachtwagenchauffeur, die in Klein-Zundert woont, niet worden ver plicht om wanneer hij overdag voor een ogenblik of enkele uurtjes thuis is, de vrachtwagen met kostbare lading ver weg aan de Grote Heistraat te stallen. Ove rigens worden maar weinig beveiligingsmaatregelen voor dit terréin getroffen. Het kollege heeft een en ander slecht geregeld, zodat wij daarmede niet akkoord kunnen gaan. Ik stel voor om het parkeerverbod slechts te laten gelden voor die gedeelten van de woonwijken, waar de overlast het grootst is. De vrachtwagens leveren immers een belangrijke bijdrage aan de economie van Zundert. De heer Arnouts Ik heb met verwondering het politierapport gelezen. Daarin is vermeld dat het -geen-

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1986 | | pagina 169