- 4 - De heer Damen Mijnheer de voorzitter, Vanavond staan wij aan het begin van een nieuwe raadsperiode van 4 jaar. Dat be tekent ook dat datgene wat in de achter ons liggende verkiezingsperiode door de kiezers is aangegeven, vertaald moet worden in het gemeentebestuur. In de verkiezingscampagne hebben wij ons strikt gehouden aan de gemaakte afspra ken, nl. dat er een nette campagne gevoerd zou worden. Dat kan echter niet van al le partijen gezegd worden. Ook zijn er dingen gebeurd waarvan wij vinden dat ze niet hadden mogen gebeuren, en die in de toekomst dan ook niet meer voor zouden mogen komen. Op de eerste plaats doelen wij dan natuurlijk op de manier waarop de voorzitter van deze gemeenteraad gemeend heeft de verkiezingen te moeten beïnvloeden door het plakken van het pamflet van één bepaalde groepering op de ambtswoning. Dit sluit bepaald niet aan bij het voornemen om de politieke verhoudingen binnen de raad te verbeteren, hetgeen toch een van de taken was zoals die in de verschillende pro fielschetsen stond aangegeven. Een burgemeester moet boven de politieke groeperin gen staan, zeker in een gevoelige tijd als een verkiezingsperiode. Wij vinden de ze opstelling dan in feite ook onaanvaardbaar. Voorts zijn er tijdens de campagne in opdracht van het gemeentebestuur pamfletten verwijderd, hetgeen wij hebben er varen als een beperking van onze vrijheid van meningsuiting. Wij zouden nog ver schillende andere zaken kunnen noemen, maar er komen ongetwijfeld nog voldoende mo menten en gelegenheden om hierop terug te komen. In ieder geval zouden verkiezin gen wel zo georganiseerd moeten zijn dat er achteraf geen twijfels kunnen ontstaan over een eerlijk verloop. Dat is deze keer wel gebeurd. Om elke schijn van mogelij ke beïnvloeding te voorkomen, zou het goed zijn dat er geen kandidaten van deelne mende groeperingen op de stembureau's zouden zitten, en zou zeker voorkomen moeten worden dat 2 mensen van dezelfde politieke groepering samen op een stembureau zit ten, zoals nu wel gebeurd is. Door de kiezers worden over deze zaken, o.i. terecht, opmerkingen gemaakt. Mijnheer de voorzitter, de uitslag van de verkiezingen is een zaak die de wil van de kiezers aangeeft met betrekking tot de samenstelling van de gemeenteraad. Voor de gemiddelde kiezer is het echter ook een duidelijke aanwijzing hoe men het col lege van B. en W. samengesteld wil zien. Wij vinden dat het voor een goed bestuur van de gemeente van groot belang is dat de beste kandidaten, zeker wanneer dat uitdrukkelijk door de kiezers wordt aangegeven, wethouder moeten worden. Daarmee zijn we meteen aangeland bij de volgende fase van de verkiezingen. Gelet op de zeer goede uitslag voor Werknemersbelangen, als tweede grootste partij, en met de meeste voorkeursstemmen voor onze lijsttrekker, en met een grote ervaring zowel in de raad als in het college, waarin Kees Marijnissen gedurende 8 jaren heeft aangetoond een uiterst bekwame wethouder te zijn, zijn wij van mening recht te heb ben op een wethouderszetel. Met de grootste partij hebben wij, als laatste van alle gekozen frakties, slechts één oppervlakkig gesprek gehad, waarbij de raadsleden die hier vanavond moeten stemmen over de wethouderszetel op één na niet aanwezig waren. Ondanks het feit dat het een zeer algemeen en oppervlakkig gesprek was, waarin vele belangrijke zaken niet aan de orde zijn gekomen, kon men hieruit blijk baar toch concluderen dat Werknemersbelangen geen goede partij was om een coali tie mee te vormen. Een aardig detail in dat verband vormt de uitspraak van het tweede kamerlid Mateman die zondagmiddag voor de NCRV-radio nog betoogde dat frak ties van het CDA er steeds voorstandster van zijn, met name °P het terrein van ge meentepolitie, om met de grootste partijen een coalitie te vormen. Wellicht dat dit partijstandpunt nog niet tot Zundert is doorgedrongen. Via een kort en zakelijk briefje mochten wij vernemen dat we niet voor verdere coalitievorming in aanmerking kwamen, zondere verdere redenen of argumenten. Deze manier van onzorgvuldig hande len bevestigt alleen maar de mening van velen dat al van tevoren vast stond dat de grootste partij niet met Werknemersbelangen wilde samenwerken. Welke politieke lob- - by s -

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1986 | | pagina 146