- 7 -
brugt en de vriendschap in stand houdt. Daarover verheug ik mij thans. Mijn
vrouw en ik wensen jullie een goede toekomst in Zundert toe, bestuurlijk en
in gezinsverband. Het ga jullie heel goed.
Deze toespraak wordt met een applaus onderstreept.
De heer B.A. Brosens, hoofdman van het gilde St. Willibrordus.
Burgemeester, mevrouw Molhoek, genodigden. Het is mij als hoofdman de eer te
beurt gevallen om hier aanwezig te zijn. Ik mag u geluk toewensen en u feli
citeren met uw benoeming tot burgemeester van Zundert. Ik spreek mijn erken
telijkheid uit aan het adres van het gemeentebestuur dat mij in staat stel
de reeds met u te spreken en u te ontmoeten. Ik spreek u thans toe als opper
hoofdman van het gilde St. Willebrordus. U wilt de gebruiken die wij als gil
de kennen, graag voort laten bestaan, zo heb ik dat tenminste., begrepen.
Ik hoop dat u straks aan onze uitnodigingen aanwezig te zijn bij diverse eve
nementen, gevolg zult geven. Ik benadruk ons streven de tradities zoveel mo
gelijk te handhaven, hoewel dit thans in 1985 erg moeilijk is. Als hoofdman
heb ik al diverse burgemeesters gekend. Ik noem de burgemeesters wijlen de
heren Manders en Kievits. Ik hoop dat ik dit niet zo met u mag meemaken.
Met hen die ik heb genoemd heb ik^Jtijd de beste verstandhoudingen gehad.
Ik heb gehoord dat u ook een schutter bent, en ik hoop dat u dit in Zundert
kunt waarmaken. Daarvoor is hier voldoende gelegenheid. Als u dat van uw
vrouw mag, zult gij dus niet dikwijls thuis zijn.
Ik hóóp datumevrouw Molhoek dikwijls uw man zult vergezellen. Ik nodig u bei
den bij voorbaat al uit op een feestavond, die binnenkort wordt gehouden.
U kunt er dan al van profiteren. Er valt over het gildewezen veel te verha
len, doch ter bekorting krijgt u het reglement daarvan thuis. Ik wens u bei
den een fijne tijd in Zundert toe, en dat gij hier moogt wonen in de beste
gezondheid tot in de lengte van dagen.
Deze toespraak wordt met een applaus onderstreept.
Vervolgens sluit de heer Molhoek als laatste spreker dit onofficiële gedeel
te van de bijeenkomst.
Hij spreekt als volgt.
Het is niet toevallig^heren van der Steen en Rodenhui?, dat ik Limmen met
Zundert heb verwisseld. Ik heb dat expres gedaan omdat jullie in de zaal
aanwezig waren. Inderdaad past bij de heer Rodenhuis de lof der zotheid.
Ik werd hiermede reeds bij de ontvangst in Limmen 19 jaar geleden geplaagd
en nu ook weer. Ik had daarop echter gerekend. Ik bedank allen die uit Lim
men hier in Zundert aanwezig zijn. Je weet nu wat ik er destijd voor over ge
had moet hebben om vanuit West-Brabant naar Limmen te komen. Ik heb dat
jarenlang volgehouden. Ik hoop nog veel in Limmen terug te komen en ik hoop
dat ik dan de leden van de raad van Zundert mag meenemen teneinde de mozaiek-
dagen te tonen. Laat ik dan trachten op die dagen eind april begin mei een ver
bintenis tussen Zundert en Limmen tot stand te brengen. Ik heb bij mijn eerste
woord weinig over de ambtenaren namens wie de heer Knoop sprak, gesproken.
Omtrent de ambtenaren haal ik het volgende aan zonder loyale minister aan
het hof zinkt de regering weg in onwetendheid, zonder een integere ambtenaar
in dienst is de positie van een eerste minister een zeer wankele.
Deze spreuk komt uit het boek 'Zout en Ijzer' uit de rijke Chinese geschie
denis ver voor Christus. Toen al wist men dat het besturen zonder ambtenaren
onmogelijk was. Onder hen begrijp ik dan met name de buitendienst. Zij vormt
immers het visitekaartje van de gemeente. Aan de hand van haar werkwijze wordt
- de -