Mijnheer de burgemeester, ik heb, als eerste wethouder deze vergadering voorzittende, zojuist het besluit van uw benoe ming tot burgemeester van deze gemeente voorgelezen en het is nu mijn taak om u als zodanig te installeren; een zeer pretti ge en eervolle taak, waarvan ik mij gaarne kwijt. Met uw benoeming, mijnheer de burgemeester, wordt sinds lange tijd weer voorzien in een 'Koninklijk benoemde' burgemeester voor deze gemeente. Ik memoreer het zeer betreurde -naar menselijke berekening te vroege- verscheiden van de door deze Raad en alom in deze gemeente zeer gerespecteerde burgemeester mr. Kievits op 8 april 1984. De ernst van een lang slepende ziekte, waartegen hij zich op heldhaftige wijze en met een bewonderenswaardige wilskracht had verzet, maakte het hem vanaf 1 januari 1984 onmogelijk zijn ambt nog langer uit te oefenen. Als eerste wethouder werd ik toen geroepen tijdelijk als plaats vervangend burgemeester op te treden. Dat het ambt van burge meester een zware taak legt op de schouders van de bekleder van dat ambt, een grote deskundigheid en inzet vereist en daar door ook veel tijd vergt, heb ik aan den lijve ervaren. Vanwege de onzekerheid van de duur en afloop van de ernstige ziekte van mr. Kievits en daarmee van de duur van zijn vervan ging als burgemeester, heeft het college van burgemeester en wethouders gemeend op 15 maart 1984 aan de Commissaris der Koningin in de provincie Noord-Brabant het verzoek te moeten richten in de tijdelijke uitoefening van het ambt van burge meester te willen voorzien door aanwijzing van een waarnemend burgemeester Aan dat verzoek heeft de Commissaris van de Koningin willen voldoen door aanwijzing bij zijn besluit d.d. 19 maart 1984 van de heer P.G. Ballings, oud-burgemeester van Gilze-Rijen en voordien van Bladel^ tot waarnemend burgemeester van Zun- dert, zulks met ingang van 1 april 1984. De heer Ballings heeft het ambt van burgemeester dezer gemeen te op loffelijke wijze waargenomen tot 16 februari j.l., de datum waarop uw benoeming, burgemeester Molhoek, is ingegaan. öit het door mij geschetste blijkt al, burgemeester, dat tus sen het ontstaan van en de voorziening in de vacature van bur gemeester dezer gemeente, een lange tijd heeft gezeten,om pre cies te zijn ruim 10 maanden. Naar mate de tijd verstreek groeide uiteraard onze nieuws gierigheid op wie Hare Majesteit haar keuze voor dit belangrij ke ambt zou laten vallen.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1985 | | pagina 68