- 11 -
De voorzitter:
Via de dienst Gemeentewerken zal er bij de aannemer op aan worden gedrongen
om sneller te beginnen.
De heer Arnouts:
Een aannemer kan voor een lagere prijs inschrijven indien hij weet dat on
middellijk met de werkzaamheden kan worden begonnen.
De voorzitter:
Gelet op de verschillen die de heer Marijnissen aanhaalt, pleit het voor de
dienst Gemeentewerken dat men de zaken grondiger heeft beoordeeld dan Bouw
toezicht West Brabant. De schade aan de bewoners bij het groot onderhoud kan
inderdaad van woning tot woning verschillen. Daarom moet in een redelijk ge
sprek met de betrokken bewoners tot een oplossing worden gekomen. Omtrent
de werkelijke schade moet overeenstemming worden bereikt.
De heer Marijnissen:
Indien de bewoners aantonen dat men voor een hoger bedrag werkelijke schade
en werkelijke kosten heeft gemaakt, komt men dan voor dat bedrag als schade
vergoeding in aanmerkingl
De voorzitter:
Het kollege zal dat beoordelen.
De heer Marijnissen:
Mijn verzoek is om de bewoners niet alleen het tijdstip van de aanvang van
de werkzaamheden mede te delen maar ook de toezegging dat bij meerdere schade
een verzoek kan worden ingediend, zodat misverstanden op grond van monde
linge gesprekken worden voorkomen.
De voorzitter:
Ik heb exact aangegeven wat ik bedoel. De gemeente heeft destijdseen bedrag
van 150,vastgesteld. In bepaalde gevallen kan dit bedrag niet toereikend
zijn. Het kollege zal de bewoners daarom mededelen dat in exceptionele ge
vallen men zich tot het kollege kan wenden. Na een onderzoek door de dienst
Gemeentewerken kan tot de toekenning van de werkelijke schade worden beslo
ten.
De heer Marijnissen:
Wat is dan in uw betoog: exceptioneel.
De voorzitter:
Meer dan 150,
De heer Marijnissen:
Ik ben wel voor het krediet, maar niet voor de regeling van de schadevergoe
ding.
De voorzitter:
Indien de werkelijke schade van de bewoners groter is dan 150,wordt de
aan het kollege aangetoonde meerschade door het kollege vergoed.
De heer Marijnissen:
Hiermede kan ik mij verenigen.
Omtrent de mededeling nr. 2 inzake het rapport omtrent de Leemputten.
Mevr. Grooten:
N.a.v. Uw beantwoording van de door ons gestelde vragen in de vorige raads-