- 4 -
Omtrent stuk nr. II. inzake garantiebesluiten door het kollege.
De heer Jacobs:
Ik kom hierbij terug op het besprokene in de vorige raadsvergadering toen
de gedwongen verkoop van een woningwetwoning, waarvoor een gemeentegarantie
was verleend, aan de orde was. Uit de stukken bleek toen dat de bank de
gemeente de boeterente in rekening bracht. In de Nederlandse Gemeente van
15 maart 1985 was hierover in de gemeente Stramproy het volgende te lezen:
'de gemeenteraad van Stramproy heeft er ernstige bezwaren tegen gemaakt
dat bij een gedwongen verkoop van een woningwetwoning boeterente wegens
vervroegde aflossing bij de gemeente en het rijk in rekening worden gebracht.
De gemeente staat garant voor de betaling van de rente en aflossing van de
woning. Het kollege zal voortaan bij de garantiestelling de voorwaarde op
nemen dat bij een onderhandse verkoop de boeterenteclausule buiten werking
zal treden,welke is opgenomen in de algemene voorwaarden van de geldlening.'
Onze fraktie verzoekt dan ook het kollege om ook deze bepaling voor de ge
meente Zundert van toepassing te laten zijn.
De voorzitter:
Het kollege neemt dit over, alhoewel uiteraard eerst nog zal moeten worden
beoordeeld hoe de reaktie daarop van de bank is. Stuit het vervallen van
deze voorwaarden niet op bezwaren om de garantie op de geldlening te ver
strekken, dan zal dit ook voor het kollege geen bezwaar zijn.
Uw raad zal terzake worden geïnformeerd.
Vervolgens wordt zonder diskussie of hoofdelijke stemming omtrent de stuk
ken onder II t/m V overeenkomstig het daarbij gestelde besloten.
Omtrent stuk nr. VI. inzake St. Rechtsbijstand en pand Azalearing 12.
De heer Arnouts:
De bewoners worden geweldig benadeeld door de verschillen in de verkoopprijs
van deze woningwetwoning. Uw reaktie, meneer de voorzitter is dan wel dat
men het pand niet behoeft te kopen doch ik wijs er op dat men met de rug te
gen de muur staat. Er is een verschil van 10.000,Dit is een heel be
drag, zodat ik daarmede toch wel moeilijkheden heb.
Is het wel redelijk? Het stuk wordt ter afhandeling in uw handen gesteld,
zodat de raad daarover niet meer wordt geïnformeerd.
Ik verzoek het kollege dan ook aan het verzoek van de stichting tegemoet te
komen.
De heer Marijnissen:
Mijn woorden zijn van gelijke strekking. Door de handelwijze van het kollege
wordt een inwoner voor 10.000,benadeeld. Als het kollege had gereageerd
zoals het huidige voorstel, dan was het allemaal niet nodig geweest. Het is
een kwalijke zaak. Het getuigt van slecht beleid.
Ik verzoek het kollege de raad te informeren over de wijze van afhandeling
van deze zaak. Eventueel kan de raad daarop dan nog reageren.
De voorzitter:
Het kollege zal de raad informeren indien de afhandeling anders is dan door
de raad is aangegeven.
Vervolgens wordt zonder diskussie of hoofdelijke stemming overeenkomstig het
daarbij gestelde besloten.