- 15 - De voorzitter: Dat is een geheel andere procedure, zodat ik dan maar zou moeten voorstel len het parlement een brief te schrijven met het verzoek de Woningwet en de Wet op de Ruimtelijke Ordening te wijzigen. Ik heb slechts getracht aan te geven welk onderdeel van de procedure nu gaande is. Overigens heeft het college uiteraard wel oren om te luisteren zodat het in zijn beleid de opmerkingen van de raad betrekt. De heer Marijnissen: U stelt dat de aanwezige garages van de heer Maas geen onderdeel vormen van het voorbereidingsbesluitterwijl voor de totale bouw op het perceel een voorbereidingsbesluit wordt genomen. Overigens lag in de map niet de bouw tekening ter inzage. Nogmaals stel ik voor in het voorbereidingsbesluit de betreffende voorwaarde te laten vervallen, daarover vraag ik stemming. Het voorbereidingsbesluit wordt immers genomen overeenkomstig het bouwplan, nl. de winkel, woningen en garages. Vervallen deze laatste bij het huidige voorbereidingsbesluit, dan dient, indien betrokkene later door de raad in het gelijk wordt gesteld omtrent garages, opnieuw hiervoor een afzonder lijk voorbereidingsbesluit te worden genomen. Dit is onlogisch en voor onze fraktie onaanvaardbaar, zodat ik mijn verzoek om stemming handhaaf. De voorzitter: Bij een voorbereidingsbesluit spreekt de raad uit het voornemen om het be stemmingsplan dat een voorgenomen bouwplan niet toelaat zodanig te wijzi gen, dat de bouw wel wordt toegelaten. Later kan betrokkene daarop zijn bouwplan invullen. Het is dus een bepaald risico een bestemmingsplan te wijzigen om een bouw plan mogelijk te maken. Een voorbereidingsbesluit houdt echter nooit voor waarden in. Uiteraard kan wel bij de voorbereiding naar de plannen, niet meer Indien de gemeenteraad akkoord is met het voorbereidingsbesluit dan kan daarmede de heer Maas met zijn bouwplan worden geholpen, een en ander over eenkomstig zijn wensen. Willigt het college deze niet in, dan kan beroep worden ingesteld bij uw raad. Overigens houdt het college uiteraard wel rekening met uw opmerkingen. In wezen moet uw raad bij het nemen van een voorbereidingsbesluit zich niet uitspreken over het bouwplan, alhoewel u dit in het verleden wel blijkbaar hebt gedaan. Een beoordeling van het bouwplan vindt slechts plaats nadat Gedeputeerde Staten de verklaringen van geen bezwaar ingevolge artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en artikel 50 lid 8 van de Woningwet hebben afge geven. Hierdoor eerst ontstaan concrete mogelijkheden voor de bouwplannen nadat op basis daarvan het college de bouwvergunning heeft verleend. Gedeputeerde Staten geven bij deze verklaringen aan, dat een andere bouw mag plaats vinden, dan het bestemmingsplan aangeeft. De heer Marijnissen: U stelt wel te luisteren naar de opmerkingen van de raad omtrent de garage. Hoe moet ik deze opmerking beoordelen? De voorzitter: Dat het college deze opmerkingen mede beoordeelt bij de bouwvergunning. Daarvoor zit het college hier immers. De heer Marijnissen: Dit biedt naar mijn mening de mogelijkheid dat de raad los van het voorbe reidingsbesluit de bouwvergunning voor de garage geeft. Moeten dan nog andere procedures worden gevolgd? de voorzitter -

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1985 | | pagina 103