- I? -
Omtrent mededeling nr. 7 inzake verkoop woningwetwoning Azalearing 12.
De heer Marijnissen:
Het aangegeven verkoopbedrag ad 100.250,is de boekwaarde per 1 april
aanstaande, terwijl de taxatiewaarde ligt rond de 82.000,
Zoals ik al in de vorige vergadering heb betoogd is de taxatie niet in over
eenstemming met de werkelijke waarde, omdat de waarde van de woning hoger
zal liggen.
Ik wijs er op dat de boekwaarde van de betreffende woning in 1983 94.475,
bedroeg. Indien het college toen had ingestemd met de verkoop dan had be
trokkene gelet ook op de belastingen, 10.000,minder te besteden (n.l.
het verschil van 6000,tussen 94.000,en 100.000,en het belas
tingvoordeel van 4000,
De voorzitter:
Ik merk op dat de boekwaarde van het complex van woningwetwoningen mede ge
let op de financiëringswijze daarvan elk jaar stijgt. De beleidslijn van
het college is om de woningen niet beneden de boekwaarde te verkopen, in
dien de gemeente de woning voor de taxatiewaarde zou verkopen zou zij op
het woningbedrijf geld moeten bijleggen. Daarom staat het college op het
standpunt dat voor de boekwaarde wordt verkocht, tenzij de taxatiewaarde
hoger dan de boekwaarde is.
Vervolgens worden de mededelingen zonder hoofdelijke stemming voor kennis
geving aangenomen.
Hierna schorst de voorzitter de vergadering om ca. 20.45 uur.
Om ca. 21.05 uur heropent hij de vergadering.
Drietal voor- 2. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET NEMEN VAN EEN 3-TAL
bereidings- VOORBEREIDINGSBESLUITEN VOOR DE PERCELEN KADASTRAAL BEKEND GEMEENTE ZUN-
besluiten PERT, SEKTIE K NR. 5169, SEKTIE K NRS588 en 2962 EN SEKTIE K NR. 4865
RESPEKTIEVELIJK GELEGEN AAN LEEUWERIKSTRAAT, BREDASEWEG EN DE MOLENSTRAAT.
De heer Arnouts
Het betreft het bouwplan van de heer Maas aan de Molenstraat. Is het ge
bruikelijk dat voor percelen aan de Molenstraat de bijdrage grote werken
wordt gevraagd.
Mijn tweede opmerking betreft het feit dat betrokkene alsvorens hem bouw
vergunning zou worden verleend een van de 2 garages op zijn perceel die
overigens pas zijn gebouwd, zou moeten afbreken. Dit is voor mij een onaan
vaardbare voorwaarde. Op een dergelijke wijze wordt betrokkene met de rug
tegen de muur gezet temeer ook, omdat de garages grenzen aan de Kastanje
laan en niet aan de Molenstraat.
De voorzitter:
Ik merk op dat het college de raad het voorbereidingsbesluit vraagt te ne
men teneinde van het bestemmingsplan af te wijken. Uw opmerkingen betreffen
echter de bouwvergunning, tot verlening waarvan het college bevoegd is.
Mocht betrokkene niet met de bouwvergunning akkoord gaan dan kan nog altijd
beroep bij uw raad tegen de bouwvergunning worden ingesteld.
Overigens kunt u ten alle tijde informatie krijgen over het bouwplan, niet
over de bouwvergunning, deze is er nog niet.
Uw opmerkingen over de bouwvergunning zijn derhalve naar mijn mening niet
aan de orde, deze kan overigens pas na het volgen van de anticipatieproce
dure worden verleend.
De heer Arnouts:
Ik ben overigens wel voor het nemen van het voorgestelde voorbereidingsbe-
- sluit -