- 35 De mogelijkheid heeft altijd bestaan om een aansluiting op het gasnet te krijgen voor zover de capaciteit van dat net daarvoor ruimte bood. Het was een kwestie van vergelijking van kosten wat uiteindelijk het voordeligst was. Wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat betrokkenen bij de af weging daarvan toch de uitspraken van de Minister van Economische Zaken, dat de gasprijzen naar de olieprijzen gericht zullen worden,, serieu-s hebben ge nomen Hoe dan ook, op de verschillen in prijs hebben wij geen invloed. De con sequentie van het rijksbeleid op dit stuk teniet te doen door de omschake ling op gas te subsidiëren uit de winsten van het gasbedrijf blijven wij een niet te rechtvaardigen zaak vinden. Zodra bekend is welke bijdragen verkregen zullen worden van "Geef gas voor werk" zullen wij u de van belang zijnde berekeningen overleggen. Wij blijven van mening dat CAI aansluitingen kostendekkend moeten zijn. Subsidiëring vinden wij niet verantwoord. Ten aanzien van de aansluiting van Klein-Zundert op de kabel verwachten wij in de vergadering van april a.s. met voorstellen te kunnen komen. Het rechtvaardigen van een cultureel centrum door te wijzen op de geringe uitgaven voor cultuur en culturele evenementen in vergelijking met de be dragen die naar de sport gaan vinden wij geen goede benadering. Om te beginnen zal moeten worden aangetoond dat de behoefte aan een derge lijke voorziening bestaat. Daarna zal dan moeten worden afgewogen of de kosten in redelijke verhouding staan tot het nut, gesteld al, dat ^ze te dragen zijn. Wij blijven van mening, dat een cultureel centrum voor deze gemeente te hoog gegrepen is. Bij de opbouw van de artikel 101 lageronderwijsvergoedingen is duidelijk re kening gehouden met de teruglopende leerlingentallen. Een school, die deson danks niet uitkomt, omdat zij in bijzondere omstandigheden verkeert zal een beroep moeten doen op artikel 101 ter (voor het kleuteronderwijs is er een gelijksoortige regeling). Vanaf 1 januari 1986 wordt de exploitatievergoeding door het Rijk rechtstreeks betaald aan de schoolbesturen. In de Wet op het Basisonderwijs is bepaald, dat de gemeenten aan de besturen van bijzondere scholen dan geen andere bedragen mogen toespelen dan die wettelijk zijn toegestaan. Ook dan zal er een mogelijkheid blijven om vanwege het verkeren in bijzondere omstandigheden aan de Minister een hogere vergoeding te vragen. Tot zover de reaktie van het kollege in tweede termijn. Laten we thans overgaan tot de vaststelling van de begrotingen 1984. De heer Marijnissen: Wordt geen gelegenheid gegeven te reageren in tweede termijn. Ik wilde namelijk de heer Domen nog antwoorden. De voorzitter: Dat is niet de bedoeling. De heer Huijbregts: Mag degene die niet aan het woord is geweest, ook nog iets zeggen. De voorzitter: Het kollege heeft gereageerd in tweede termijn. Ik meen dat achter de diskussies thans een punt moet worden gezet. Anders blijf je bezig. De heer Huijbregts: Ik meen dat indien de omstandigheid zich voordoet, dat men iets tegenkomt, en dat men van zodanig belang acht, zulks nog even aan de orde moet kunnen worden gesteld.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1984 | | pagina 90