- 47 -
vindt, en dat ieder die medewerking aan de opheffing van het opbouwwerk
verleent in een gemeente die financieel hier helemaal niet toe gedwon
gen wordt, meewerkt aan een besluit wat niet past in deze tijd. Men laat
mensen die het moeilijk hebben bewust in de steek.
De heer Arnouts
Ik handhaaf mijn standpunt, als lid van de Arobraadskommissie reeds
naar voren gebracht, om de subsidie aan de stichting te beëindigen.
De heer Zwaard
De diskussie kan kort worden gehouden, niet omdat het onderwerp niet
belangrijk zou zijn, maar omdat hierover al veel is geschreven.
Het raadsbesluit van 3 februari 1983 is nu eenmaal genomen. Duidelijk
heidshalve wil ik namens onze fraktie naar voren brengen dat de heer
Jacobs toen hierin het volgende heeft gesteld: de fraktie Werknemers-
belangen is van mening dat de subsidie aan het opbouw met ingang van
1984 moet worden beëindigd.
Daaraan werd de vraag aan het kollege verbonden om te onderzoeken
wat hiervan de konsekwenties zouden zijn. Dit omdat onze fraktie ervan
overtuigd was dat er nog een procedure zou moeten worden gevolgd.
Onze fraktie handhaaft haar eerder ingenomen en verwoord standpunt.
De heer Van der Kloot:
Terecht merkt de heer Zwaard op, dat het onderwerp hier in de raad
reeds uitvoerig is besproken.
Vooral tijdens de hoorzittingen is mij echter duidelijk geworden, dat
het opbouwwerk hier en daar toch wel goed werk heeft verricht. Duide
lijk moet ik voorts onderstrepen dat bij het maatschappelijk werk
ondanks subsidies ten aanzien van de groep buitenlanders grote tekort
komingen moeten worden gekonstateerd
In dit soort zaken heeft de opbouwwerker (dat is hem te prijzen) heel
veel goed werk verricht. Overigens moet ik zeggen dat zijn werk hier
in Zundert nooit is aangeslagen.
De heer Domen:
Het is duidelijk meneer de voorzitter, dat vanavand het doek defini
tief valt over het opbouwwerk. Akties, Arobbezwaarschriften en hoor
zittingen waarop inhoudelijk op bepaalde onderdelen toch wel zeer po
sitieve elementen naar voren zijn gebracht, zijn genegeerd, c.q.
daarop is nauwelijks voldoende ingegaan. Jammer, maar het zij zo. Het
heeft mij verbaasd dat in het onderstreepte gedeelte van het advies
van de Arobraadskommissie wordt gesteld, dat het standpunt van de
voltallige kommissie, derhalve ook het mijne, wordt weergegeven.
Het is echter overduidelijk bekend dat ik voor het voortbestaan van
het opbouwwerk ben.
Op blz 6 voorlaatste alinea van onderen van het advies van de Arob
raadskommissie wordt het volgende gesteld.
Gelet op het vorenstaande adviseert de kommissie uw raad uw eerder in
genomen standpunten te handhaven, de bezwaarschriften, die ingekomen
zijn op 20 en 23 januari 1984 ongegrond te verklaren.
Ik zou liever hebben gezien dat stond vermeld: de kommissie met uit
zondering van de heer Domen.
Op 2 februari jongstleden heeft de kommissie de reklamanten in een
hoorzitting in de gelegenheid gesteld de bezwaarschriften nader monde
ling toe te lichten. Sommigen hebben dat inhoudelijk zeer positief ge
daan, echter zonder sukses.
Ik betreur dan ook dat zij met lege handen huiswaarts zijn gestuurd.
Deze mensen zijn bezield van hun idealisme om mensen in moeilijkheden
te helpen. Ik hoop dan ook dat wanneer zij bij de gemeente aankloppen
om steun voor individueel op te zetten projekten, zullen worden ge
holpen.
-Hiermede-