- 43 -
Onze fraktie heeft blijkbaar een wijs besluit genomen om in de vorige
vergadering toch te stemmen vóór de gevraagde medewerking aan de bouw.
Dat voorstel is helaas toen afgewezen. In de Arobskommissie is de kwes
tie opnieuw besproken. Het verheugt mij dat een raadslid op basis van
het horen een andere mening is toegedaan. Dat is een goed besluit.
Ook thans evenals de vorige vergadering, vraag ik om medewerking aan het
bouwplan, terwijl ik om stemming over het voorstel vraag. Dan is ons
standpunt terzake alleszins duidelijk.
De heer Van der Kloot:
Het bouwplan heeft hier al heel wat stof doen opwaaien, terwijl ook
de Arobraadskommissie in meerderheid thans in haar advies stelt dat
aan het bouwplan medewerking zou moeten worden gegeven. Ook een meer
derheid van de raad wil dit blijkbaar. Iedereen gunt uiteraard de heer
Van Hasselt deze mogelijkheden. Maar of zulks voor de toekomst van het
bedrijventerrein verstandig is, meen ik te moeten betwijfelen.
In de vorige vergadering waren de plannen van fa. Luijckx het belang
rijkste struikelblok; deze plannen hebben thans echter vaste vormen
aangenomen.
Ik heb voorts altijd begrepen dat over het bedoelde terrein een ver
bindingsweg naar de Grote Heistraat was gepland. Dit nu is voor mij een
zeer belangrijk argument om het bouwplan op deze wijze te behandelen.
Nu de standpunten in de raad duidelijk zijn, meen ik dat toch een ge
deelte van het perceel de bestemming 'bedrijventerrein' moet blijven
behouden. Dit is nodig om het bedrijventerrein op redelijke wijze te
kunnen afbouwen.
Als tussenvoorstel stel ik voor de heer Van Hasselt toestemming te
verlenen zodanig dat een perceel grond blijft behouden dat ingevolge
de planvoorschriften noodzakelijk is om een agrarisch bedrijf te vesti
gen, derhalve dat het perceel aan de minimumeis van lha blijft voldoen.
Voor de rest van het perceel zou de raad de bestemming van het bedrij
venterrein moeten aanwenden.
De heer Jacobs:
Evenals de fraktie Arnouts heeft onze fraktie in het verleden gepleit
voor de mogelijkheid van de onderhavige bebouwing.
Het verheugt ons des te meer dat de Arobraadskommissie deze zienswijze
deelt
Op deze manier wordt het echtpaar in de gelegenheid gesteld toch te
bouwen.
De voorzitter:
De opmerkingen van mevr. Grooten inzake de geprojekteerde weg ant
woordend, stel ik dat zulks tevoren goed is bestudeerd.
Indien een gedeelte van het perceel wordt aangewend voor de bouw van
de woning, dan kan de geprojekteerde weg nog goed worden gerealiseerd.
Er vervalt overigens wel een gedeelte; desondanks kan er toch aan deze
weg aan een zijde worden gebouwd ten behoeve van de industrie.
Het kan ook zo zijn dat het betreffende perceelsgedeelte verkocht
wordt aan 1 bedrijf. Dan echter behoeft er geen uitweg te worden aan
gelegd. Derhalve zou dit voor de realisering gunstiger zijn.
Derhalve is de bouw van de woning op het perceel zonder al te veel
moeilijkheden mogelijk.
De heer Domen:
Ook ik wil de volgende stemverklaring afleggen. Ook ik heb de vorige
vergadering tegengestemd, omdat er voor het bedrijventerrein reeds
lang geen belangstelling meer was. In verband met de gegadigde
fa Luijckx heb ik gesteld de nadere ontwikkelingen terzake af te
wachten. Zou dit niet doorgaan dan kon ik met de gevraagde medewerking
-meegaan.-