- 2 -
De heer Marijnissen:
Meneer de voorzitter, alvorens u de verdere agendapunten aan de orde stelt
wil ik omtrent deze vergadering het volgende opmerken. De fraktie Werkne-
mersbelangen spreekt zijn afkeur uit over de manier, waarop dit kollege
meent belangrijke raadsstukken te moeten behandelen.
Gelet op het aantal aangeboden stukken dan moeten worden vastgesteld dat
het onmogelijk is deze in één vergadering goed te behandelen. Onze frak
tie heeft na de raadsvergadering van 15 december 1983 gevraagd een extra
vergadering te beleggen. Dit is telefonisch herhaald toen inzicht bestond
in de te behandelen stukken.
Het kollege heeft echter besloten hierop niet in te gaan, Daarmede heeft
u alle verantwoordelijkheid op u genomen. Het resultaat is het aantal
voorliggende stukken, nlde begrotingsbehandeling en ca. 41 stukken met
daaronder zeer vele belangrijke zaken. Ik heb voorts begrepen, dat het
mogelijk zou zijn een aantal zaken niet te behandelen.
Voorts vind ik het hoogst opgepast dat zulks als een dief in de nacht op
de laatste middag nog in de bus wordt gedeponeerd.
Gelet op de beschikbare voorbereidingstijd is het voor ons eigenlijk on
mogelijk de stukken goed te bestuderen of is zulks de bedoeling van dit
kollege?
Ook waren de leden onvoldoende in de gelegenheid de stukken komen te be
studeren. Indien er vanuit de positie van werknemers wordt gekeken naar de
hoeveelheid beschikbare tijd om de stukken in de avonduren te bestuderen,
dan is dit ongeveer 1 uur. Ikzelf heb voor de stukken minstens 8 uur no
dig. Onze fraktie acht het dan ook nodig dat deze regeling op korte ter
mijn wordt gewijzigd; zij verwacht hieromtrent voorstellen. Onze fraktie
vindt deze agenda en de bestuderingsmogelijkheid zodanig dat zij als
raadsleden onrechtmatig worden behandeld. Dat kan zij nooit accepteren.
De voorzitter:
In de raadsvergadering van 15 december 1983 is de mogelijkheid geopperd om
een tussentijdsevergadering te beleggen en wel op 19 januari jongstleden,
daarover zou na de vergadering van 15 december 1983 worden beraadslaagd,
doch een aantal raadsleden was na het einde vertrokken.
Tevens was ik op deze dag verhinderd. Terzake heb ik nog kontakt opgenomen
met de burgemeester; deze stelde het geen probleem te vinden dat de begro
tingsbehandeling zou worden uitgesteld, ten eer ook omdat de begrotings
behandeling 1983 plaats vond op 3 februari 1983; derhalve is de datum van
9 februari geen probleem, omdat hij hoopte deze vergadering te kunnen
voorzitten. Helaas mag dit niet zo zijn.
Onlangs is u een overzicht toegezonden van welke punten van de agenda zou
den worden afgevoerd, c.q. welke stukken niet per sé vandaag zouden be
hoeven te worden behandeld.
De heer Marijnissen:
Ik ben het oneens met de manier waarop het kollege meent de agenda te moe
ten vaststellen. Uw argument van mogelijke aanwezigheid van de burgemees
ter lijkt redelijk. Voor de andere agendapunten had u dan echter wel een
tussentijdse vergadering kunnen beleggen, zulks geldt uiteraard ook voor
de begroting. Daarom is duidelijk gevraagd. Ik hoor u op aangeven van de
sekretaris zeggen dat bepaalde punten worden afgevoerd.
De sekretaris:
Dat is niet juist.
De heer Marijnissen:
Voorts moet ons als raadsleden meer de gelegenheid worden gegeven de stuk
ken te bestuderen. Wij hebben een plicht en taak als raadslid die we waar
moeten maken, ook al moeten we daarvoor 3 nachten op het gemeentehuis door
brengen. De agenda mag van onze fraktie worden behandeld, ook al wordt het
drie uur in de nacht, maar geef dan wel behoorlijk de gelegenheid het werk
als raadslid te doen.
-De voorzitter-