- 36 -
behoeft te worden. Dat is een onlogische redenering.
De kwestie is in de fraktie besproken. Naar haar mening is in het
ambtenarenreglement precies vastgelegd wat de rechten en plichten
zijn in dit soort situaties. Dit is bij de ambtenaren zeker zo
goed geregeld als in het bedrijfsleven.
De voorzitter:
Het bedrijfsleven kent zelfs geen arbeidsovereenkomst. Het ambtenaren
reglement is wat anders
De heer Marijnissen:
Her betreft een overeenkomst tussen een werkgever en werknemer.
De voorzitter:
Dat is juist niet het geval. Daarover kan ik boeken schrijven.
De heer Marijnissen:
Onze fraktie staat 6p het standpunt dat het ambtenarenreglement
moet worden gevolgd en dat de personen recht hebben op een
geldelijke vergoeding of vervangende uren, c.q. 25% voor de
avonduren en 50 voor de zaterdag en 100% voor de zondag.
Door de leiding is ook in eerste instantie gevraagd om vervangenden
uren toe te kennen. Dit is in het b. en w. stuk vermeld. Dit is door
het kollege afgewezen.
Er is besloten dat men een etentje kreeg aangeboden. Wat is eten voor
werk, dat is niet sympathiek.
Waaróm is het verzoek afgewezen, een motivatie daarvoor is in het stuk
niet aangegeven. Daarover wil ik uitsluitsel.
Ik verlang toepassing van het ambtenarenreglement door de
personen alsnog de vervangende uren toe te kennen.
De voorzitter:
Uw opmerkingen inzake het ambtenarenreglement in relatie tot
de 25, 50 en 100% zijn juist, maar het reglement kent geen recht
op een etentje. Indien men echter eenparig heeft verklaard de overuren
liever afgekocht te zien door een etentje, dan is het reglement
niet meer van toepassing.
De direktie van het gasbedrijf zal wel in overleg hebben gezegd:
als jullie niet afzien van de overuren, dan doen we wel wat terug.
Indien zulks zo, is gebeurd dan heb ik daar vrede mede.
Dit heeft dan niets met het ambtenarenreglement te maken.
De heer Marijnissen:
Ik begrijp u zeer goed, maar ik ben het ermede niet eens.
Personen die overuren maken hebben volgens het reglement recht op
uitbetaling van de uren. Ik betwijfel of dit tevoren goed met
hen is doorgesproken. Daarover heb ik immers andere informatie.
Derhalve verlang ik alsnog toepassing van het ambtenarenreglement
door uitbetaling van de overuren.
De heer Hoekman:
Hoewel ikzelf terzake ook niet zo op de hoogte ben, wijs ik er
op dat de zaak speelde toen de heer Marijnissen zelf nog