- 25 - juist is, dan moet men het maar zeggen. Later werd onze fraktie met de onderhavige kwestie gekonfronteerd. Overigens begrijp ik niet hoe men tot een getal van 8 raadsleden komt De voorzitter: Dat moet u mij niet vragen, dat was vóór mijn tijd. Mevr. Grooten: Ik kan hierop best antwoorden, omdat dit voor ons 8 wel duidelijk is De heer Huijbregts: Uit puur politieke overweging heb ik gekozen voor een derde wet houder. Ik vind het bijzonder jammer dat uit mijn woorden 'politieke over-weging' de raadsleden mijn stellingname niet hebben begrepen. Ik meen, meneer de voorzitter, dat ik uit oogpunten van politieke overweging en betere verhouding op de juiste toer was. De voorzitter: Ik wijs u erop dat u van mij geen oplossing krijgt. Misschien heeft de heer Marijnissen wat aan de stelling. De heer Marijnissen: Ik verwacht van u ook geen oplossing omdat u politiek niet verant woordelijk bent voor het gebeuren en voor de brief. De raadsleden hebben blijkbaar geen behoefde aan duidelijkheid. Dat vind ik een zeer kwalijke zaak. Onze fraktie heeft namelijk gevraagd naar duidelijkheid. In eerste instantie heeft onze fraktie gevraagd naar een openbare diskussie, zodat in openbaarheid een besluit tot stand kwam, niet dat in een informele vergadering allerlei verhalen en verklaringen ter tafel worden gelegd en dat op dergelijke wijze brieven worden verzonden. Uit deze gehele gang van zaken blijkt eerder het bestuurlijk onver mogen van het kollege. Onze fraktie verlangt een brief waarin de waarheid is vermeld, zoals deze op dat moment is verteld. Het is onze fraktie immers nog steeds niet duidelijk hoe men aan het getal van 8 raadsleden is gekomen. Blijkbaar heeft men hieraan geen behoefte, want nadat u de raad in de gelegenheid heeft gesteld deze kwestie nader uit te leggen, komt men hieraan niet toe. Ik vind dit een zeer kwalijke zaak. Ik begrijp dit niet; op de be wuste avond werd gevraagd naar de standpunten. Deze zijn toen duide lijk verwoord. Men kwam toen belist niet tot een getal van 8. Toch wordt een brief naar de provincie gezonden, waarin wordt gesteld dat 8 raadsleden 'voor' zijn. De heer Hoekman heeft getracht ons het een en ander te te verwijten. Hierop reageer ik als volgt.: Indien op een vergadering nog geen definitief standpunt wordt ingenomen, dan is het nog niet zo, dat men achteraf geen opmerkingen meer zou mogen maken. Ik verwijt de heer Hoekman dat hetgeen onze fraktie op die avond heeft gezegd, nldat de standpunten vast lagen. Dit wil ik nogmaals herhalen. Het was geen inspraak het was voor de vorm 'horen van de fraktie Werknemersbelangen'

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1984 | | pagina 188