-2- Hierna geeft de voorzitter het woord aan de nestor van de raad, de heer Huijbregts. De Heer Huijbregts Ik zou in het kort naar aanleiding van het overlijden van de heer Kievits een enkel woord willen spreken namens de voltallige raad. Ik meen te mogen zeggen, mijnheer de voorzitter, dat het levens werk van deze man en vader te vroeg is dichtgeslagen. Naar menselijke verwachtingen hadden nog vele bladzijden beschre ven moeten worden. De heer Kievits was een man met een vooruitziende blik en bezield met voornemens en plannen. Jammerlijk is dit niet meer mogelijk geweest. Met dankbaarheid kunnen wij aan zijn leven terugdenken, een leven dat getekend was door grote liefde. Zijn liefde voor zijn vrouw en kinderen, die bij hem op de eerste plaats kwamen, en voor wie hem niets te veel was. Zijn liefde en belangstelling voor onze zieken en de liefde voor onze bevolking, die nooit tevergeefs een beroep op hem deden en die altijd gastvrij werden ontvangen. En zeer zeker de liefde voor zijn werk, dat hij vele jaren met overgave en toewijding heeft gedaan. Hij zal voor velen en zeker voor deze raad een lege plaats achter laten. Maar wij geloven dat zijn liefde voor ons en onze liefde voor hem zal blijven bestaan, en dat hij nu is opgenomen in de grote oneindige liefde van de Schepper. Moge hij, na een goed en werkzaam leven, de eeuwige rust vinden bij God en moge diezelfde God zijn vrouw en kinderen kracht en sterkte geven met dit zware verlies. Ik dank u wel Hierna geeft de voorzitter het woord aan de sekretaris die spreekt namens het personeel der secretarie. De sekretaris: Dames en heren, Burgemeester Kievits hebben wij gekend als een be stuurder van formaat, voor wie en met wie het goed was te werken. Op een moment als dit willen wij uitdrukking geven aan onze gevoe lens van dankbaarheid, waardering en bewondering, die bij ons op komen Dankbaarheid voor zijn belangstelling voor ons in ons werk en in ons privéleven. Waardering voor zijn inzet, zijn kunde en zijn inzicht in zijn be stuurlijke problemen, die hij meestal meteen doorgrondde en waar voor hij daardoor ook vaak terstond de beste oplossing wist aan te geven. Bewondering vooral voor zijn moed en dapperheid gedurende deze laatste jaren waarin hij zich met alles wat in hem was verzette te gen de ziekte, die hem desondanks uiteindelijk toch geveld heeft. Hij was het zelf, die door zijn strijdvaardigheid en zijn optimisme bij anderen de hoop deed groeien, dat hij inderdaad de uitzondering zou kunnen zijn die het monster "kanker" de baas werd. Het heeft helaas niet zo mogen zijn.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1984 | | pagina 165