- 18 -
De heer Jacobs:
De opmerkingen van de heer A. Jochems zijn voor mij aanleiding het volgende
aan te geven.
In de laatste vergadering betrof het een kollegevoorstel voor tracé E...
Ik merk op dat het kollege toen bestond uit 2 personen.
In de vergadering blijkt echter dat de heer A. Jochems helemaal niet voor
tracé E. is. Onze vraag is nu, op welke manier een dergelijk voorstel toch
kan worden gedaan, omdat het een minderheidsstandpunt van het kollege be
trof. Dat snap ik niet zo.
Overigens onderstreept onze fraktie de gedachte om met Rijsbergen te gaan
praten. De delegatie zou dan wel moeten bestaan uit personen die voor tracé E.
zijn.
Het blijkt immers dat Rijsbergen toch niet wil praten over tracé B.
Het lijkt mij dus niet zinvol ook mensen mee te laten gaan die voor tracé B,zijn
want dan zijn we zo weer thuis. Ik merk nog op dat de transportbedrijven in
Zundert moeten worden geholpen.
De raad van Zundert moet een beroep doen op de provincie en het rijk om de
grenspost Wernhout-Wuustwezel toch open te houden.
Het blijkt immers dat zulks mogelijk is. Ik hoorde immers vanmiddag via de
radio dat het verkeer via Rijsbergen-Zundert-Wuustwezel werd omgeleid.
Derhalve blijkt dat de grenspost nog open is. Maar goed ook I
Ook de betrokken landelijke partijen kunnen via korrespondentie,
nogmaals worden gewezen op de plaatselijke belangen. Envvervtolgens,onze
fraktie wil een verbindingsweg.
Dat is ook het belangrijkste uitgangspunt voor deze raad.
De heer Marijnissen:
Ik heb aan deze opmerkingen weinig toe te voegen. Er kunnen wel weer hele
betogen worden afgestoken over hetgeen is gebeurd.
Die duidelijkheid komt in de toekomst naar mijn mening meer naar voren.
Onze fraktie hoopt daarin meer duidelijkheid te verkrijgen.
Onze fraktie zal degenen die daarvoor verantwoordelijk zijn geweest, op hun
verantwoording te wijzen, ook al moet dit een groot aantal malen worden her
haald.
U heeft meneer de voorzitter, gesproken over kontakten met de provincie
middels de heren de Geus en van der Heijden.
Het is alleen maar jammer dat zulks niet eerder is gebeurd door de leden van
het kollege. Al het mogelijke moet worden gedaan óm provinciaal overleg te ver
krijgen.
Daarstraks heb ik vermeld, dat het regionale belangen zijn die bij de ge
meenten op de borden liggen. Men kan zich afvragen of de gemeenten wel vol
doende zijn toegerust om dit soort zaken af te handelen; of zij wel de juiste
instantie is teneinde goede oplossingen aan te dragen.
Al hetgeen is gebeurd aan besluitvorming en vormgeving en de grondslagen
is voor mij aanleiding te wijzen op de verantwoordelijke, provinciale staten,
leden van de Tweede Kamer, staatsekretarisde toenmalige minister van ver
keer en waterstaat.
Er moet een oplossing komen. Ik hoop, dat zij hun verantwoordelijkheid,
die men toen heeft moeten beseffen, niet stuk laat lopen op 1 of 2 onwillende
stemmen uit deze gemeenteraad.
Er zijn in deze democratie instanties van hoger gezag die voor een goede
oplossing zullen zorgen voor een goede toekomst voor onze mooie gemeente;
zij zullen daaraan een beslissende bijdrage leveren.