- 4 - Het is voldoende bekend dat voor Groen Zundert juist de schending van het milieu het wegvallen van een prachtig stilte en landschap gebied, een groot bezwaar was en nog steeds is tegen het voorgestelde tracé E. We voelen ons hierin door de genoemde tekorten in het onderzoek door de pla nologische commissie geheel gesteund; als ook door het volledig gemis in het voorafgaand onderzoek t.a.v. landbouw belangen; en het volledig gemis aan af weging van andere zaken dan alleen de kwestie van de weg voor de vervoersbe drijven. Woon en natuurgenot, problemen voor land en tuinbouwers zijn nergens genoemd of onderzocht. Ik ga verder met de aanhaling. De in de nota gepresenteerde toetsing van de uit gangspunten 3 (bundeling van infrastructuur)38 (uitbreiding van capaciteit) ontbreekt. De tracés A en B voldoen hier beter aan dan tracé D en E. Daarnaast is de toetsing van tracé E. aan uitgangspunt 35 (orde-indeling) on volledig. De aan te leggen verbinding tussen de E 10-T 45 beoogt een verbinding te zijn tussen Zundert en het expeditiecentrum Hazeldonk. Dit is in termen van het streekplan en het ontwerp uitwerkingsplan Provinciale planwegen een verbinding van lager dan de vierde orde. Volgens de voorstellen uit de tracé-bijlage blijkt dat de verbindingsweg (variant E) een aansluiting heeft op de E 10 (verbinding van derde orde, secon dair); dit wordt niet beoogt en is derhalve ongewenst. Een en ander zou ook gevolgen hebben voor de status en de funktie van de bestaande verbinding Zundert-Rijsbergen en een wijziging in de orde indeling van het ontwerp-uitwerkingsplan en het streekplan zich mee brengen. De commissie concludeert op grond van de toetsing aan de uitgangspunten van het streekplan dat de varianten nader onderzocht dienen te worden. De commissie merkt hierbij op, dat gelet op de funktie van de onderhavige verbinding een directe aansluiting op de E 10 ongewenst is. De commissie stelt verder een uitvoeringsvorm voor die zoveel mogelijk aan sluit bij de funktie van de weg. Hierbij komt dus duidelijk een nieuw aspect naar voren n.l. dat bij voort during is gesteld dat de verbindingsweg er alleen een zou worden die voor de vervoersbedrijven de mogelijkheid zou geven naar het bedrijventerrein te kom en, maar voor iets anders mag de weg niet dienen. Gebeurt dit toch dan ontstaan er andere problemen en moeten er streekplannen gewijzigd en waarden van wegen veranderd. De Gewestraad Breda heeft hier ook bezwaar tegen gemaakt. Hoe die zaak nu moet als de voorgestelde weg eb toch zou komen, wordt nergens genoemd en zou nog onderzocht moeten worden. Voor ons nog een vraag die als zovele anderen nog beantwoord moet worden. De commissie zegt wel dat als er een verbinding tot stand komt met de E 10 er dan in ieder geval het gevaar ontstaat dat de weg een heel andere funktie krijgt n.l. een snelle verbinding tussen Zundert en de stadsregio Breda, wat uit drukkelijk niet de bedoeling is. Hoe denkt Zundert dit op te lossen? Uit diezelfde notulen lees ik met betrekking tot de motivering voor het aan leggen van de weg uit het aan ons ook bekend zijnd ondërzoek het volgende:

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1984 | | pagina 144