- 40 -
De heer van der Kloot:
Op een bijeenkomst, die vorige week in Bleiswijk is gehouden, is duidelijk
gebleken dat immers daardoor mensen, gelet op drie maandelijkse termijnen,
vrij veel geld moeten reserveren. Dit is in feite dan dood kapitaal, dat niet
op een andere manier kan worden besteed. In de glastuinbouw maken we thans
zodanige zorgelijke tijden mede, dat elke cent die gebruikt kan worden ook
moet worden gebruikt.
Als antwoord op uw vraag wat een cultureel centrum is vermeld ik, dat zulks
een gebouw is, waarin toneel, filmvoorstellingen kunnen worden gegeven.
Een duidelijk voorbeeld is de Nobelaer in Etten-Leur.
De voorzitter:
Wat kost een dergelijk gebouw?
De heer Marijnissen:
In Parijs staat het Centre Pompidou, zoals we dat samen hebben bezichtigd.
De heer van der Kloot:
Omtrent de opmerkingen omtrent het onderwijs gaf u als antwoord, dat daaronder
van gemeentewege geen bodem kan worden geschoven. Deze stelling begrijp ik,
doch de zorg van het basisonderwijs moet bij ons allen voorop blijven staan.
Daar begint immers ieders opleiding, ontplooiing tot zijn verder leven.
Dat moet zo lang en zo goed mogelijk in stand worden gehouden.
De kwestie van de wegen is vanavond herhaaldelijk aan de orde geweest. Het
is een algemeen verlangen. Ook onze fractie zou een subsidietoekenning in
het 2,7 kilometer wegenplan toejuichen.
We zien de verharding van puin aan, maar het is thans overal modder. Hoewel
er soms vanavond andere opmerkingen zijn gemaakt, denk ik toch dat gelukkig
het merendeel van de raad de mensen in de toekomst toch wel zou willen hel
pen. Daar ben ik blij om.
Het bedrijventerrein zal in deze moeilijke tijd blijven liggen zoals het ligt,
indien we er niets aan doen.
Elke kans zal moeten worden aangegrepen om dat terrein te verkopen, vooral
ook, omdat jaarlijks de rente wordt bijgeschreven. Hierdoor wordt deze grond
op den duur voor de ondernemer onbetaalbaar.
Dat kan nooit de bedoeling geweest zijn van het bedrijventerrein. Wij moeten
er alles aan doen wat mogelijk is, teneinde ook de werkgelegenheid te sti
muleren.
Ik vraag me af, of het ooit wel eens is gevraagd, dat woningreserves niet
mogen worden aangesproken. Bij deze zou ik u dat willen vragen.
Omtrent de woningbouw merkt onze fractie op dat het blij is met de toezeg
ging om de bouw van woningwetwoningen en HAT-woningen in de kleine kernen
te overwegen. Naar deze mogelijkheid moeten we immers, naar ik meen, blij
ven zoeken, teneinde de autochtone bevolking van deze kernen daar te hou
den. Men heeft met een dergelijke kern vaak heel veel binding. Ik geloof
dat we hiervoor zo snel mogelijk een oplossing moeten vinden.
Tot zover mijn reactie.
De voorzitter:
De mogelijkheid van een gemeenschapshuis in Wernhout in de gymzaal zal wor
den bezien. U bent de eerste die zulks opmerkt. Ik heb er nog niet eerder
over horen spreken.
Het college dacht in eerste instantie aan de kleuterschool. Deze verkeert
nog in goede staat, terwijl ook de lokalen geschikt zijn. Overigens zijn
de zalen in Wernhout van dien aard dat men daarvan geen concurrentie be
hoeft te vrezen.
De uitgifte van braakliggende gronden voor maisteelt kan niet meer worden
gewijzigd voor andere gewassen.