- 34 -
zegt dat er wat aan moet gebeuren. Overigens heb ik uw opmerkingen goed gehoord
toen u zei, dat indien mankracht te duur zou zijn, er apparatuur verkrijgbaar
was.
Deze laatste opmerking zal worden bestudeerd.
De voorzitter:
Indien er geen klachten zijn omtrent gemeentelijke beplantingen wat moet de
gemeente dan met deze apparatuur?
Hiervoor is dan ook geen directe aanleiding.
Indien u de situaties waar het een bende is, bekend zijn, noem deze dan.
U mag uiteraard ook bellen. Ik wil wel graag deze situaties weten, want we
gaan niet al snoeiend de gemeente door.
De heer Domen:
Ik heb betoogd dat ikzelf terzake weinig klachten heb gehoord. Het is hier ter
tafel gebracht. Indien het zo zou zijn dat er in de naaste toekomst overlast
van beplanting zou ontstaan, dan heb ik, indien de aanschaf van een machine
rendabel zou zijn, gevraagd naar een onderzoek.
De voorzitter:
Indien het heggen betreft, dan wijs ik u er op, dat de gemeente weinig hegbe
planting in beheer heeft. Indien het particuliere heggen betreft, dan gaan wij
daarvoor geen machine kopen. Deze particulieren moeten zelf zorgen voor het
opsnoeien.
De heer Domen:
Daarom dat ik u vraag dit te onderzoeken. Ik dring er bij u in het geheel niet
op aan de machine te kopen.
De voorzitter:
Daarin zie ik inderdaad geen heil. Als de dienst gemeentewerken machines nodig
heeft, dan worden deze aangekocht.
Indien een particuliere zelf machines nodig heeft, dan moet hij deze zelf
aanschaffen.
Indien het college tegen iemand zegt: meneer u moet uw beplanting snoeien, dan
moet deze zelf de schaar of de machine pakken. Dat is het enige wat wij van
hem verwachten, want de gemeente komt niet.
De heer Domen:
Ik heb u ook niet gezegd dat u een machine voor een particulier moet kopen.
Ik héb alleen gedoeld op het feit, indien zulks voor de gemeentelijke beplan
tingen nodig zou zijn, de aankoop van de bedoelde machine zou kunnen worden
onderzocht.
Ik pleit er nogmaals uiteraard niet voor een machine aan te schaffen om par
ticuliere beplantingen in te snoeien.
De voorzitter:
Er blijkt dus een reeks van misverstanden te zijn. Ik betoog dat er van gemeen
tewege maar weinig beplanting is te snoeien. De bomen worden op een andere
manier gesnoeid.
Dat zult u beter weten dan ik.
De heer Domen:
Indien de gemeente het met een heggeschaar kan afdoen dan blijven we dat dus
daarmede doen. Dat is heel duidelijk.
De voorzitter:
Het college zal de brochure over de landelijke stuurgroep nader bezien.
Tot zover de reacties in tweede termijn van het college op de opmerkingen
van de heer Domen. Het woord is aan de heer Arnouts.