- 6 -
lijke kwestie is. Het is inderdaad een moeilijke kwestie, indien men met 2
maten meet. Het zijn immers 2 dezelfde bedrijven, die tegenovergesteld
worden behandeld. Ik zie echt het verschil niet. Derhalve neem ik graag
aan dat het voor wethouder Jochems erg moeilijk is. Ik dank u wel.
Mevr. Grooten
De fraktie Groen Zundert heeft enige vragen bij dit voorstel. Wij hebben
ons inziens tot op heden van het kollege terecht gehoord dat in het agra
risch gebied geen andere bouwvergunningen worden verleend dan die voor de
ter plaatse geldende doeleinden. Wij hebben in de raadsvergadering van 17
november 1982 dan ook uw voorstel gesteund, ondanks het feit dat wij be
grip hadden voor de moeilijke situatie van de heer De Meijer. Wij hebben
toen naar voren gebracht -dit is ook ons standpunt- dat in agrarisch ge
bied geen andere bedrijven moeten worden gevestigd (zij horen thuis op
het industrieterrein)Als wij in dit geval met uw voorstel zouden mee
gaan, dan voelen wij dit als een ongelijkheid in de behandeling van twee
inwoners van onze gemeente. Als wij op dit voorstel 'ja' zouden zeggen wat
doen wij dan als raad bij een volgende aanvrage. Wij willen onze uitgangs
punten in ieder geval handhaven, juist an een rechtvaardiger en duidelij
ker beleid te kunnen voeren. Crndat wij voor het behoud van het agrarische
buitengebied zijn, zijn wij tegen dit voorstel. Ik dank u wel.
De voorzitter
Mijn antwoord kan heel kort zijn. Het kollege heeft in zijn oude samen
stelling aan de heer Van Rijckevorsel bepaalde toezeggingen gedaan. Binnen
het nieuwe kollege is daarover een andere mening. Wij willen voortgaan met
de lijn die wij hebben ingezet. Dat je daarbij gevallen te behandelen
krijgt, die al door een vorig kollege zijn beslist is niet te voorkomen
Deze zul je moeten honoreren, omdat zulks nu eenmaal door het gemeentebe
stuur is gekomen. Maar het is niet de bedoeling het beleid op deze manier
voort te zetten. We zullen eerder in de richting van de kwestie De Meijer
gaan dan in de onderhavige. Ik weet overigens niet wat ervan terecht gaat
koten, maar dat is een andere kwestie. Het is echter de heer Van Rijcke
vorsel toegezegd, dat dit zou gebeuren; zulks is gebeurd door het vorige
kollege. Het huidige kollege vindt het niet behoorlijk om deze toezegging
niet gestand te doen. Dat is de hele kwestie. Als je de zaak gaat afrem
men, dan krijg je natuurlijk personen die tevergeefs een beroep op de raad
doen. Ik geloof dat het een goede zaak is als we alles op een rijtje gaan
zetten. Dan kunt u hierbij voor of tegen het bouwen in het buitengebied
zijn. Je zult je in ieder geval toch moeten houden aan de spelregels in
die zin dat je afwijkingen alleen kunt toestaan bij goedkeuring van Gede
puteerde Staten. Deze goedkeuring zullen we ook hier moeten afwachten.
Het vorenstaande wil niet zeggen dat het kollege tegen bedrijfsvestiging
is. Om te beginnen ligt er een mooi bedrijventerrein braak. We zien graagdat
iedereen zich hierop vestigt. Dit bedrijventerrein hadden we ook nog niet
toen de heer Van Rijckevorsel zijn bedrijf begon. Ik dacht dat ik met het
vorenstaande voldoende duidelijk ben geweest. Er is een nieuw beleid. We
zijn wat minder soepel. Daarvan zult u de repercussies wel zien.
De heer Dorren
Op uw betoog wil ik als volgt reageren. U zegt nu wel dat in het vorige
kollege bepaalde toezeggingen zijn gedaan, maar volgens mij doet dat niets
af aan de zaak die we nu behandelen. Beide bedrijven zijn gevestigd in het
buitengebied. Men is daar op een gegeven moment begonnen. Men wist ook dat
men niet mocht beginnen. Wat dat betreft zijn de gevallen precies gelijk.
Als u dan zegt dathet bedrijf van Van Rijckevorsel er was gevestigd voor
dat het bedrijventerrein was aangelegd. Dan wijs ik u er op, dat het be
drijf van De Maijer er ook al was voordat het bedrijventerrein er was. Ik
vind nogmaals, meneer de voorzitter, dat dit niet door de beugel kan en
dat we duidelijk met 2 maten neten. Hierop ben ik tegen. Ik ben niet te-
- 7 -