- 6 -
De voorzitter:
Dat hangt een beetje van de gehele opzet af. Ik durf het niet te zeggen.
We wachten op de uitwerking.
Mevr. Grooten:
Dat horen we dan te gelegenertijd wel.
De heer Domen:
Hoewel ik vragen in dezelfde richting had, wil ik daarbij nog vragen of de
genoemde groepen ook nog uit andere groepen uit de bevolking kunnen bestaan.
Ik denk dan bijvoorbeeld aan: vroeg gepensioneerden, de VUT-ters, bejaarden
en/of andere groepen.
De voorzitter:
Het ministerie vergoedt voor deze categorieën van mensen. Het wordt dus
moeilijk deze groepen ook voor andere groepen open te stellen. Want dan krijgen
we immers de gehele financiële last zelf te dragen.
De heer Domen:
Ik doel op de situatie dat er geen voldoende deelname zou zijn.
De voorzitter:
Ik verwacht, eerlijk gezegd, voldoende deelname.
De heer Domen:
Dat zouden we dan later eventueel nog kunnen bezien.
De voorzitter:
Vergeet niet dat het Gecoördineerd Bejaardenwerk activiteiten heeft.
De heer Domen:
Mijn andere vraag betrof voorts de reeds gestelde over de hoogte van de eigen
bijdrage. Is deze voorts ook nog afhankelijk van het soort van cursus dat men
wil gaan volgen. Er zijn namelijk diverse cursussen, zoals talen, algemene ont
wikkeling/vorming, boekhouden, doe-het-zelfcursus
De voorzitter:
Dat hangt af van de vraag welk soort cursus men gaat volgen. De hoogte van de
eigen bijdrage zal door het ministerie wel sterk worden beïnvloed, dus daarop
hebben we nog geen zicht. Hierbij volgen we wel de richtlijnen van het ministe
rie, anders krijgen we geen geld.
De heer Jacobs:
Ik wil er wel voor pleiten dat de subsidie voorlopig alleen maar voor 1983
wordt toegekend.
De voorzitter:
Het lijkt mij verstandig in 1983 te bezien wat er allemaal gebeurt. Daarna
kunnen we verder zien. Ik dacht dat we ons in deze tijd niet moesten binden
aan vergaande toezeggingen.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
Vaststel
ling di
verse be
grotingen
1983
4. VASTSTELLING VAN DE BEGROTINGEN 1983 VAN DE TAKKEN VAN DIENST EN DE ALGEMENE
DIENST EN BESCHIKKING OP DE SUBSIDIE-VERZOEKEN 1983
De voorzitter:
Ik ga over tot de beantwoording van de tijdens de algemene beschouwingen ge
plaatste opmerkingen. Als leidraad hierbij zal dienen een overzicht van de
secretaris, op grond waarvan het college de antwoorden heeft vastgesteld.
Het zal u duidelijk zijn dat het college de antwoorden niet op schrift heeft
