NAMENS DE FRAKTIE GROEN ZUNDERT
Mevr. Grooten
Mijnheer de voorzitter. In de nota van aanbieding van de bedrijfsbegroting
en van de begroting van de Algemene Dienst voor 1983 las ik de openings
woorden "De begroting 1983 welke wij u hierbij aanbieden geeft het beeld
van een financieel kerngezonde gemeente Zondert"Dit stemt ons inderdaad
tot vreugde, zoals door de schrijver van aangehaalde regels werd veronder
steld. Graag zouden wij iedereen willen danken, die hieraan tot nu toe
heeft meegewerkt en zijn wij vooral dankbaar voor de ruimte die wij nu nog
hebben binnen onze gemeente om met voorzichtigheid en rechtvaardigheid de
ons ter beschikking staande middelen te beheren en te besteden voor onze
gemeenschap. Wij zouden de aandacht daarbij willen vestigen op de gedach
ten, dat materiële voorzieningen een kant van de zaak zijn en dat materiële
voorzieningen ook ten nutte van immaterieel welzijn aangewend moeten worden
in onze gemeente en wellicht dit laatste in bepaalde richting dan tot nu
toe.
BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED
Als eerste punt wil Groen Zundert daarcm ook aandacht vragen voor het be
houd van de natuur van het natuurlijke landschap, van het behoud van dat,
wat Zundert zo'n aparte plaats doet innemen in de rij van Brabantse ge
meenten zijn prachtige buitengebied.
Mede ter bescherming van dit buitengebied is indertijd een onderzoek aange
vraagd en een opdracht uitgegaan naar het Bureau Wissing in Barendrecht.
Bij de ontvangst van het rapport d.d. 26-11-1975 zat o.a. een tijdsprogram
ma voor dit bestemmingsplan, dat inhield, dat bij een gunstig verloop alles
in augustus 1979 gerealiseerd zou kunnen zijn. Het is nu inmiddels 1983 en
het is duidelijk, dat de realisering van het bestenmingsplan buitengebied
Zundert is blijven steken, zodat in het jaar 1983 nog steeds gewerkt moet
worden met een bestemmingsplan van 1961 met, dis ik goed geïnformeerd ben,
een kleine wijziging daarin in 1964. Graag zouden wij als Groen Zundert
willen vragen waardoor het komt, dat we zo weinig merken van het verder
werken aan plannen. Hoe denkt het kollege verder te gaan? Wat zijn de be
lemmeringen die zijn ontstaan? Het lijkt ons absoluut nodig om de draad
weer cp te nemen. Het is voldoende bekend, dat er aan financiën een behoor
lijke inventarisering is gedaan, die we niet verloren mogen laten gaan. Dat
er op dit moment een kommissie werkzaam is die de mogelijkheid bekijkt en
plannen voor een eventuele ruilverkaveling voorbereidt, betekent niet dat
we het bestemmingsplan buitengebied moeten laten rusten in afwachting van
het werk van bovengenoemde kommissie. We weten dit allang en cp de laatste
vergadering van het kollege, de raad en bovengenoemde kanmissie werd nog
eens benadrukt, dat zulks geen goed beleid is. Bij een bestemmingsplan bui
tengebied vindt een totale afweging van belangen op landschappelijk, rekre-
atief en agrarisch gebied plaats in tegenstelling tot de wet op de ruilver
kaveling, die agrarische belangenbehartiging tot doel heeft. Uit te notulen
van de raadsvergaering van 21 mei 1981 haal ik de konklusie door u mijnheer
de voorzitter samengevat "De raad wil dat er wordt doorgegaan met de
voorbereiding van een nieuw bestemmingsplan buitengebied"We waren toen
aan de fase van de inspraakrondes en over het verloop en het restultaat van
die inspraakrondes heb ik niets kunnen vinden. Wel heb ik kunnen vinden, in
de notulen van de raadsvergadering van 26 augustus 1982, dat door de groe
pering Algemeen Belang gevraagd werd naar de 320.000,die onder het
stof zouden liggen en het antwoord van de burgemeester, dat de politieke
wil om aan het bestemmingsplan buitengebied te werken niet meer zo vanzelf
sprekend aanwezig zou zijn, maar dat wellicht een uitvoerig politiek over
leg gewenst zou zijn in de te vormen nieuwe raad. Het is dat laatste, dat
ik graag zou willen voorstellen, een nieuw politiek overleg, een opgang
brengen van de inspraakrondes en het onder het stof uithalen van de reeds
gedane investeringen. Bij het antwoord op onze vragen zouden wij graag een