Het is mijn taak als voorzitter van het kollege van B. en W. de voor
stellen van dit kollege te verdedigen.
Omtrent het huidige voorstel zal ik dat niet doen, omdat het mijn
geloofwaardigheid zou aantasten indien ik nu een andere mening zou
verkondigen.
Het kollege is thans van mening dat de weg voor het alternatieve
tracé moet worden aangelegd. Mijn persoonlijke overtuiging in de
vorige vergadering blijft, ook al is dit een politieke, hieraan hecht
ik en acht mij daaraan gebonden.
De heer Arnouts:
Ik merk op dat onze fraktie de fraktie Agrarisch Belang steunt, zodat
de beslissing op het alternatieve tracé zou moeten worden aangehouden
met een termijn van tenhoogste 2 maanden. Hierover zou ik dan ook graag
een stemming zien te houden.
In een volgende vergadering, waarop dit agendapunt dan weer aan de
orde komt, is dan het standpunt van de gemeente Rijsbergen bekend,
zodat dit in de besluitvorming kan worden betrokken.
De heer Marijnissen:
Onze fraktie vraagt stemming over het oude voorstelzoals door de
heer Jacobs is voorgetseld, derhalve het voorstel nr. 7 van de agenda
van de raadsvergadering van 18 augustus 1983. Onze fraktie vindt het
onverantwoord, dat zo'n belangrijke zaak voor de gemeente Zundert,
waarmede iedereen de afgelopen maanden dagelijks is gekonfronteerd,
nogmaals wordt uitgesteld.
In de zojuist gehouden voorbespreking heeft de heer Zeldenrust een
duidelijke toelichting gegeven waaraan een aantal konklusies kunnen
worden verbonden, door degenen die met dit projekt bezig zijn.
Ik vind het onverantwoord de beslissing nogmaals 2 maanden uit te
stellen. Hierbij wijs ik erop, dat in het oude plan de verharding
van de Hofdreef is opgenomen; dit punt is door de anderen niet ge
noemd. Dit is belangrijk voor de toekomst van Zundert.
Indien het alternatieve tracé wordt gevolgd, dan betekent dit dat men
in toenemende mate met de overlast van het verkeer op het eerste ge
deelte van de Meirseweg zal blijven gekonfronteerd.
Zoals ik ook in de vorige vergadering heb betoogd, ben ik er voor
stander van om aan die agrariërs die met hun bedrijf zo dicht langs
de weg staan, dat overlast ontstaat, een gemeentelijke bijdrage toe
te kennen, of hun woning te verplaatsen indien dit een duidelijke ver
betering is, zo zulks niet voldoende uit provinciale of andere rege
lingen zou worden betaald.
Nogmaals gesteld vraagt onze fraktie stemming over het oorspronkelijke
voorstel
De voorzitter:
Ik merk op, dat dit voorstel in de vorige vergadering is weggestemd,
zodat het in principe niet meer bestaat. Overigens ben ik het niet
eens met uw stelling waar u zegt dat mensen die in moeilijkheden zouden
komen te verkeren, een gemeentelijke bijdragen zou moeten worden toe
gekend
Ik wijs erop dat men niet in moeilijkheden komt. Derhalve ontraad ik u
daaromtrent een uitspraak te doen en geen verwachtingen te wekken.
Indien de prvincie grond aankoopt ten behoeve van de aanleg van een
weg, dan wordt alles tot op de laatste cent vergoed; dit doet ook
de gemeente. Alles gebeurt op basis van onteigening. Er is geen reden
voor de gemeente verwachtingen te wekken. Ik verwacht dat de provincie
alles zal betalen zoals het ook hoort. Er is dus geen reden agrariërs
-6-