-23-
zegd, waarvan dan wordt beweerd dat het niet wordt begrepen.
Ik heb de heer Marijnissen horen zeggen dat het een ramp is geweest
dat de grenspost Wernhout is gesloten. Ik moet inderdaad stellen dat
het daar een dooie boel is geworden. Maar 10 jaar geleden wisten we
ook dat de nieuwe grenspost aan de E.10 zou worden gevestigd.
Toen was het voor iedereen de doodgewoonste zaak van de wereld. Maar
omdat het zolang is blijven sudderen in het kader van de Benelux-
overeenkomsten en de daarmede gepaarde gaande voorschriften, is het
niet zo vlot gegaan en zijn er allerlei zaken op gang gekomen.
Ik ben ervan overtuigd dat indien dit 10 jaar geleden was gebeurd,
dit stil zou zijn gebeurd.
Hieraan wil ik toevoegen, dat het overdreven is te stellen dat er een
ramp gebeurt; want van de mensen die op het oude douanekomplex hebben
gewerkt, zijn de meesten overgegaan. Ook hebben de meesten nog werk,
misschien daarbij zelfs nog mensen aangenomen. Nogmaals gesteld en
tot slot:
Het thans voorgestelde tracé stuit bij mij en vele anderen op zeer
grote bezwaren. Het door de heer Laurijssen voorgestelde tracé ligt
veel beter en zal enorme voordelen geven voor de agrariërs. Ook is
de weg korter, terwijl na gereedkoming er ook nog besparingen zullen
optreden.
De heer Hoekman:
Meneer de voorzitter, ik zit een beetje op het vinketouw. Als ik
de betogen goed beluister, dan zullen, indien het voorstel van het
kollege in behandeling wordt genomen, de stemmen staken. Tijdens de
schorsing heb ik de kollega-raadsleden gevraagd of zij hun standpunten
willen wijzigen. Niemand is bereid de standpunten te wijzigen.
Ik ben wel bereid mijn standpunt te wijzigen, meneer de voorzitter, en
wel om de volgende redenen.
Ik heb altijd gezegd: ik wil een weg, of deze nu in Wernhout over de
Meirseweg, over Stuivezand of in Rijsbergen komt te liggen. Er moet
en zal een weg komen naar het grenskantoor Hazeldonk, en wel om de
redenen die ik in mijn eerst gehouden betoog heb vermeld, n.l. hulp
aan de expediteurs, teneinde de werkgelegenheid niet weg te nemen.
Maar vooral dat de gemeente nauw betrokken en ekonomisch gebonden moet
blijven bij het grensverkeer op Hazeldonk.
Wat de ruzie in de coalitie betreft, gaat mij in zekere zin niet aan.
Deze ruzie zal men met elkaar moeten uitvechten. Daarmede hebben wij
als oppositie niets te maken.
Ik heb wel bij de installatie van beide wethouders gezegd, dat wij
altijd bereid zijn hun beleid steeds objektief te bekijken. Wij blij
ven dit objektief bekijken, maar wanneer van beide zijden nooit aan
dacht aan de oppositie wordt besteed Wanneer men iemand nodig
zou hebben, dan zou men iemand benaderen. Dit ben ik in ieder geval niet
meneer de voorzitter. Wanneer dadelijk het voorstel van de heer Laurijssen
in stemming komt en indien ik ervan ben overtuigd dat er inderdaad een
weg komt, dan zal ik voor dat plan stemmen.
Deze mededeling wordt door aanwezigen op de publieke tribune met ap
plaus begroet. De voorzitter verzoekt daarop zulks niet te doen.
-24-