- 17 - De heer Arnouts De onderhavige kwestie is voor mij onbegrijpelijk. Ik heb dit al meerde re malen betoogd. Het bedrijf van Van Rijkevorsel is ook gelegen in het agrarisch gebied. Het bedrijf biedt werkgelegenheid; voorts draait het uitstekend. Dat verheugt mij. Nu oefent de heer De Meijer aan de Oude Heistraat zijn bedrijf uit op het perceel van zijn vader. De huidige be drijfsruimte is te klein, terwijl betrokkene aan 6 personen werk biedt. Hierbij vraag ik me dan af, of de fraktie Werknemersbelangen de kiezers niet teleur stelt. Er wordt immers gesteld, dat de werknemers maar buiten moe ten werken of het bedrijf te beëindigen. De heer De Meijer kan immers zo maar niet naar het bedrijventerrein verhuizen. Ook merk ik op dat de ge meenteraad nog onlangs een krediet van 4.500,beschikbaar moest stellen, omdat aan de heer Nobelen ten onrechte een vergunning was ge weigerd. Nu echter wordt voor de gemakkelijkste weg gekozen door het verzoek door te sturen naar Gedeputeerde Staten. Afhankelijk van diens standpunt zal aan de raad de zaak opnieuw worden voorgelegd, det zou ook voor de fraktie Agrarische Belangen eens juist zijn goed na te denken. Het onderhavige bedrijf hoort immers,gelet op de spantenbouw, in het agrarische gebied thuis. Een dergelijk bedrijf hoort er eerder thuis dan een garagebedrijf. Dat kunt u niet uit mijn hoofd praten. Ik ben van me ning dat indien een bedrijf zich vestigt, dat aan niemand overlast be zorgt en voorts werkgelegenheid biedt, hieraan medewerking moet worden verleend. Ik wijs er op dat er wel meerdere voorstellen de raad bereiken zoals de grondverkoop in de vorige raadsvergadering tegen 90,in plaats van 190,waarbij na stemming bleek dat ook de wethouders zich hiermede konden verenigen. Derhalve was het maar een voorstel van de burgemeester. Waarschijnlijk zal dit ook nu zo wel uitpakken. Derhal ve mijn voorstel om aan het bedrijf de gevraagde medewerking te verlenen, zodat het bedrijf de mogelijkheid verkrijgt zich verder uit te bouwen en uit te breiden. Voorts stimuleert het de werkgelegenheid. De heer Domen Meneer de voorzitter, ik vraag me af welke methode u voor het gewijzigde voorstel gebruikt. Gebeurt dit volgens de op blz. 23 van de 'Nota inrich ting bestemmingsplannen buitengebied' van Gedeputeerde Staten van Noord- Brabant aangegeven methode, namelijk het gebruik maken van art. 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Het antwoord op deze vraag is voor mij wel belangrijk. U weet dat ik de vorige keer in deze kwestie ben teleur gesteld. Derhalve dat ik het graag zou zien dat deze zaak ten goede wordt gekeerd De voorzitter Ik weet niet wat in deze zaak de goede richting is, maar dat is een ander verhaal De heer Van der Kloot Meneer de voorzitter, ik ben blij met het nieuwe kollege standpunt. Ik hoop dat de heer De Meijer in Den Bosch een positief gehoor zal vinden. De voorzitter Persoonlijk hoop ik het tegendeel, omdat het bedrijf niet in het buiten gebied thuis hoort. Overigens heb ik het betoog van de heer Arnouts niet begrepen waar hij stelt, dat spanten in agrarisch verband zouden kunnen worden gebracht. Het agrarische karakter in het vervaardigen van spanten, zodat deze in het buitengebied zouden thuishoren, zie ik niet. Het kan wel zo zijn, dat ten behoeve van bedrijfsbebouwing dakspanten nodig zijn, maar in een dergelijk bedrijf worden ook diepvriezers, auto's en levens middelen afgeleverd. Nu zegt de heer Arnouts wel, dat ik dit niet uit zijn gedachten kan praten. Toch wil ik hem wel vragen hoe lang hij al zitting in de raad heeft. - 18 -

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1983 | | pagina 175