- 39 -
van de samenwerking met Rijsbergen zou moeten worden gekozen. Ik merk intussen
op, dat nog steeds niet het wezenlijke standpunt van de stichting terzake is
vernemen, ook niet in de laatste door mij genoemde bespreking. Uw raad heeft
wel het initiatief genomen, maar naar de mening van het kollege kan het ge
meentebestuur niet garanderen, mede gelet op de toekomstige financiële konse-
kwenties, dat deze taak -overigens niet een voor de gemeente- in de
ze tijd op haar schouders kan worden genomen. Ik merk
op dat u niet in de gelegenheid wordt gesteld cm in tweede termijn te reageren.
Overigens ontraadt het kollege uw raad uitspraken te doen als zou de gemeente
deze taak cp zich nemen, omdat de financiële konsekwenties niet onaanzienlijk
kunnen zijn, gelet op de personeelskosten. Hiermede is immers het salaris van
een kok en hulpkok en een schoonmaker/maakster gemoeid.
Nogmaals ontraad ik u vanavond een uitspraak te doen, omdat de gemeente onvol
doende is geïnformeerd over de financiële konsekwenties. Het is aan de Stich
ting zelf cm aan te geven datgene wat men zelf wil. Hierbij moet men dan vel
rekening houden met het feit, dat de gemeente hierin zeker geen paar ton zal
bijdragen.
De heer Arnouts
Ik wijs u erop, meneer de voorzitter, dat het thans niet om een bedrag van een
paar ton gaat, maar cm het streven de bejaarden die via de warme maaltijden^
voorziening hun maaltijden thuis ontvangen, zo lang mogelijk hun zelfstandig
heid te laten bewaren. Dit is dan enkel en alleen maar een voordeel van de ge
meente.
De voorzitter
Dit is maar zeer betrekkelijk.
De heer Arnouts
Ik merk op, dat indien vanuit de gemeente ideeën worden aangedragen de zaak
vanzelf aan het rollen kont, zodat we daarmede de bejaarden van dienst kunnen
zijn. Waar is de gemeente immers anders voor?
De voorzitter
Ik merk op dat de gemeente niet voor alle zaken behoeft te zorgen. Alleen re
delijke zaken kunnen een zorg voor de gemeente zijn, maar hierbij kan de ge
meente niet aan elk verlangen voldoen. Het kan wel zijn dat dit echter wel van
de gemeente wordt gevraagd, doch dergelijke zaken moet het partikulier initia
tief c.q. de stichting zelf maar regelen, zoals dat tot op heden is gebeurd.
Het kollege voelt er niets voor hierbij het voortouw te nemen; de stichtinc^k
moet zelf maar met ideeën kernen aandragen. De geneente moet hierin geen koo^
dinerende rol gaan vervullen; vanzelf kemt wel de financiële kant cm de hoek
kijken. Dat is inters het belangrijkste punt. Indien de gemeente zonder vol
doende kennis van de financiële konsekwenties deze zaak op zich neemt, dan kan
de gemeente wel eens behoorlijk bedrogen uitkanen.
De heer Arnouts
Indien de gemeente informeert, is dat al een heel belangrijke stap.
De voorzitter
Nogmaals doet het kollege dit niet, dat is een taak van de stichting, die de
verkregen informatie maar aan de gemeente moet doorgeven. Dan praten we ver
der. De gemeente is niet de eerst geroepene. De stichting moet deze zaak rege
len en aangeven wat men wil.
De heer Arnouts
De stichting behoeft dus in deze niets te verwachten van het kollege,
De voorzitter
Thans inderdaad nog niet, alleen indien men met voorstellen kont, die voor de
- gemeente -