- 6 - dit een ramp voor de agrarische bevolking. De fraktie was immers in de ver onderstelling dat een bestemmingsplan buitengebied zou worden opgesteld om de belangen van de agrariërs te beschermen. De nota gaat echter uit van alle mogelijke beperkingen en belemmeringen van de agrariërs. De fraktie had zich dit geheel anders voorgesteld. Zundert is een agrarische gemeente en onze agrarische gronden geven aan veel mensen in de land- en tuinbouw of in de kwekerij teelt een goed bestaan. De agrarische bevolking heeft daarom als eerste het meeste recht op weergave van deze belangen in het plan buitengebied. Het plan bestrijkt immers het overgrote deel van de agrarische cultuurgronden. Om het gemakkelijk te maken heeft bureau Wissing het gepres teerd om 9 verschillende agrarische gebieden te maken. Er is echter geen en kele agrarische bestemming, die geen beperkingen krijgt opgelegd. Als de nota goed bestudeerd is, dan moet de konklusie worden getrokken, dat er thans van het gehele agrarische gebeuren niets klopt. De fraktie vraagt zich dan ook af of bureau Wissing reeds meerdere bestemmingsplannen voor buitengebieden heeft ontworpen. De fraktie betreurt de vele duizenden gul dens, die al aan het plan zijn uitgegeven. Doch voor ons geldt zoek maar een andere stedebouwkundige op, een stedebouwkundigedie de kwestie serieus beziet voor de agrarische bevolking. Onze fraktie is van mening dat een bestemmingsplan voor het buitengebied moet worden vastgesteld en wel op korte termijn. De uitgangspunten, die opgenomen zijn in deze discussie nota, zijn echter voor ons onaanvaardbaar. Mijnheer de voorzitter, de fraktie Agrarische Belangen heeft u namens de agrarische werkgroep een notitie aangeboden. Wij zouden zeer gaarne zien dat deze volledig wordt verwerkt in het bestemmingsplan. Wij stellen hierbij dat de provincie een dergelijk plan voor de gemeente niet mag maken. Dit zal de raad zelf moeten vaststellen. De heer Domen Mijnheer de voorzitter, ook ik ben de mening toegedaan, dat een bestemmings plan voor het buitengebied moet worden vastgesteld. Bij de discussie-nota plaats ik echter wel enige kanttekeningen. Het is heel begrijpelijk dat men met een dergelijke nota alleen niet uit de voeten kan. Ik heb me daarom van de nodige informatie laten voorzien. Daaruit blijkt, en daarmede ben ik het met de heer A. Jochems niet helemaal eens, dat toch bepaalde belemme ringen moeten worden gesteld aan de agrarische bevolking van Zundert. Ik heb indertijd voorgesteld, dat het nuttig zou zijn, dat het gemeentebestuur een inspraakavond organiseert, teneinde over de problematiek te discussiëren. Ik herinner mij het antwoord in die zin dat er veel gepraat is. De personen, die erover hebben gepraat, weten de stand van zaken. Hierbij teken ik aan, dat de agrarische werkgroep in het verleden veel tijd heeft besteed aan de bestudering van de nota landbouwinventarisatie, en aan het voeren van over leg met de onderzoekers. De vraag rijst of het niet op de weg van de gemeen te ligt om deze werkgroep en eventuele andere werkgroepen uit te nodigen com mentaar op de discussie-nota te leveren, voordat deze behandeld zou worden in de raad. Derhalve had de raad in zijn beslissingen met deze opmerkingen rekening kun nen houden. Ik heb wel begrepen, dat deze mogelijkheid nog aanwezig is. Ik zou het daarom ten zeerste op prijs stellen, indien wordt verder gegaan met de bestudering van deze nota en overleg wordt gepleegd met de diverse groeperingen. Als ik de heer Ouwens goed heb beluisterd, dan zal het voor de part-timers erg moeilijk worden. Hiermede heb ik wel moeite, gelet op het feit, dat ik thans een volwaardig bedrijf heb. Ik kan mij echter herinneren dat mijn grootvader als werknemer is begonnen bij een kweker. Door het huren van gronden kon hij een kleine kwekerij opzetten, die later is uitgegroeid tot een volwaardig bedrijf. Uiteraard kan ik u meerdere voorbeelden noemen. Ik noem u slechts mijn eigen vader en mijzelf. Ik moet daarbij eerlijk heidshalve bekennen, dat zulks in het verleden gemakkelijker lag dan thans. Dit betekent niet dat een part-timer moet worden uitgesloten van de mogelijkheden zich te ontplooien tot een volwaardige. Daarbij behoeft naar mijn mening het grondarëaal in eigendom nog niet zo groot te zijn. Indien immers een kwekerij met kassen wordt opgezet, dan is de aanwezige ruimte aan gronden veelal niet groot. Nogmaals gesteld onderstreep ik het

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1981 | | pagina 82