- 74 - natuurlijk bij de gemeente zelf op hun terrein. Maar dat zoiets hierop heeft plaats gevonden, dan blijf ik nog zeggen: Het mag geen moeite teveel zijn om hiervan notie te nemen en wat er precies gaat gebeuren. Wanneer u dat niet doet, dan heeft dit rampzalige gevolgen. Ik dring erop aan, dat dit in de toekomst zeer zeker zal gebeuren. De voorzitter: U krijgt nog antwoord van het college over de juiste gang van zaken. Daafeover zullen wij ons ander beramen. De heer Domen: Ik ben nog niet klaar. Ik heb nog een voorstel liggen, waarin ik vraag om hetgeen wat is gebleven, namelijk het slechten van de houtwal tegen te gaan. Daarover wil ik een stemming. De heer Huijbregts: U heeft kans dat ik de zaak niet goed zie, maar veronderstel dat ik dat wel doe. Deze man heeft een kapvergunning gekregen. Deze kapvergunning echter houdt mijns inziens niet in, dat hij ook de houtwal mag slechten. Dan komt hij terecht in de sfeer van de ontgrondingen. Dat zijn twee verschillende zaken. De voorzitter: Daarmede haal je het niet. De gemeente kan niets doen; het colle ge heeft de vergunning verleend. De heer Domen zou een Arob be zwaar kunnen indienen. Dat had hij al veel eerder kunnen doen. Wij hebben vergunning verleend en daarmede ligt het voor ons uit. De heer Domen: U weet net zo goed als ik dat de wet Arob aan tijd is gebonden.... De voorzitter: Thans kan het college de vergunning niet meer veranderen, omdat deze is verleend. De heer Domen: De vergunning is afgegeven voor het kappen van het bosje. Dat is gebeurd. Het kappen van de houtwal is ook achter de rug, jammer genoeg. Maar nu vraag ik u nog nu we de houtwal nog hebben, om deze wal te behouden. Laten we deze opnieuw opplanten. Laten we dat in godsnaam proberen. De voorzitter: Als dat kan dan zullen we daaraan het onze doen. Maar u moet niet verwonderd zijn als het niet De heer Domen: Ik wil daarover vanavond een uitspraak, want morgen is het te laat. De voorzitter: Meneer Domen, luister eens. We kunnen thans niet zeggen of we iets aan deze houtwal kunnen doen. Daarover kunt u dan wel een uit spraak aannemen. Dat verandert echter de mogelijkheden niet. Als er iets aan gedaan kan worden dan zullen we het doen. Als er niets aan kan worden gedaan, dan helpt daaraan geen raadsuitspraak. Het ligt zo simpel. De heer Domen: Ik dacht -De-

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1981 | | pagina 412