- 24 - overeen komst met de heren De Bruijn voor de bouw van een wo ning in KIZun- dert De voorzitter: Dat was ik ook van plan. We stappen van dit onderwerp af. Alle sprekers hebben het hunne gezegd over de mededelingen. Ik ga door met de agenda Vervolgens worden de mededelingen zonder hoofdelijke stemming voor kenninsgeving aangenomen. 5VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AANGAAN VAN EEN OVEREENKOMST MET DE HEREN W.J. DE BRUIJN EN A.J.C.M. DE BRUIJN MET BETREKKING TOT DE BOUW VAN EEN WONING IN HET TOEKOMSTIGE BESTEMMINGSPLAN "KLEIN-ZUNDERT" De voorzitter: Ik wijs u erop dat in het voorstel eigenlijk ontbreekt een verplichting tot betaling en tot het stellen van een garantie voordat de procedure wordt ingezet. Voor het overige geef ik graag het woord aan de heer Marijnissen. De heer Marijnissen: Ten aanzien van dit voorstel kan ik u mededelen dat er een verschil is in de uitleg tussen de brief, die wij hebben gestuurd aan de heer De Bruijn en het onderhavige voorstel. Ik zou aan u de machtiging willen vragen om dit voorstel zodanig vast te stellen en uit te werken dat de zaken, zoals die staan in de brief aan de heer De Bruijn, verwerkt kunnen worden in de overeenkomst. De voorzitter: Hierbij breng ik graag onder uw aandacht dat de brief inderdaad af wijkt van wat nader in de overeenkomstisgepreciseerd. Daarbij doet de overeenkomst niet af aan de bedoeling om de heer De Bruijn te laten maken wat hij heeft gevraagd. Het is een afgrendeling van bepaalde mogelijkheden die ongewenst zouden zijn. Je zou kunnen zeggen dat die moeten kunnen worden voorkomen. Ik laat de zaak graag aan u over om hierover een oordeel te vellen. De heer Hoekman wil hierover het woord. De heer Hoekman: Meneer de voorzitter, In de ontwerpovereenkomst staat onder 2 aange geven dat de heer De Bruijn zich verbindt om het aan de heer A.J.C.M. de Bruijn in eigendom over te dragen c.q. ter vrije beschikking te stellen perceels gedeelte voorzover omschreven onder 1, niet uit te breiden c.q. te vergroten ten behoeve van het onder 1 genoemde be stemming vlak. De heer A.J.C.M. de Bruijn verbindt zich met betrekking tot het onder havige bouwperceel tot eenzelfde verplichting als hiervoor (onder 2) gesteld ten laste van W.J. de Bruijn. Dit zou ik graag veranderd willen zien met dien verstande dat de heer De Bruijn in de gelegenheid moet worden gesteld om uit te breiden. Hierin zou dan wel moeten worden verwerkt dat dit niet ten koste zal gaan van de woningbouw. Met andere woorden: wanneer hij op een gegeven moment uit verkregen erfgoed of bij koop van zijn ouders, in de gelegenheid komt te verke ren grond bij te kopen, dan zou moeten gelden de verplichting dat hij daarop niet mag bouwen. Hiermede zou ik dan wel accoord kunnen gaan. De voorzitter: Voor de goede orde. De vader van de heer De Bruijn heeft naar ik dacht, zich tegenover ons verplicht om met ons daarover zaken te doen. De heer Marijnissen: Dat is het standpunt binnen het college geweest. -De-

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1981 | | pagina 362