- 23 -
Wij zouden eigenlijk willen hebben dat de raad daarover vanavond
een
De voorzitter:
Zal ik een adviesje laten maken tot een bedrag van vier
ton die u dan kunt uitstrooien!
De heer Mulders:
De fractie Algemeen Belang had daar toch wel gedachten over. Als punt
1 hadden wij meneer de voorzitter, een snelle verharding van de zand
wegen. De gemeenteraadsleden zijn weer geconfronteerd met een brief
van een buurtschap, waarin de situatie onhoudbaar is; het betreft 40
belanghebbenden
Zie wij- Daarmede doel ik dan op de omgeving van de Wildertsedijk.
ziging Dan had onze fractie voorts gedacht om een gedeelte van het bedrag te
blz. 76 besteden voor de aanleg van een centrale antenne in Klein-Zundert
Deze mensen daar zijn daarop nog steeds niet aangesloten. God weet hoe
lang het nog gaat duren.
De voorzitter:
Een schrijnende toestand!
De heer Mulders:
En als er nog een klein beetje over is, zouden we dat willen gebruiken
voor het gezinsvervangend tehuis voor gehandicapten.
Dat was ons voorstel aan de raad geweest. Ik weet niet wat de raad
ervan denkt.
De voorzitter:
Ik weet het niet. Ik zou het graag willen horen.
De heer Zwaard:
Onze fractie doet nu geen uitspraak. We wachten op de begrotingsbe
handeling.
De voorzitter:
Dat dacht ik ook. Wat denken de anderen ervan? U wacht op de begro
ting? U hoort de reacties meneer Mulders. Wilt u op het onderwerp
doorgaan
De heer Mulders:
•Ik had niet anders verwacht, meneer de voorzitter, dan dat niet op
onze voorstellen werd ingegaan.
De voorzitter:
Zullen we dan voor dit moment ter bekorting van de vergadering daar
vanaf stappen?
De heer Mulders:
Ik vind gewoon dat dit geld niet naar de saldireserve behoeft te gaan;
deze extra-meevallers hadden normaal er niet behoeven te zijn indien
er goed zou zijn geïnvesteerd.
De voorzitter:
He, hoe komt u daar nu bij! We zullen dat de volgende keer behandelen.
Het voert te ver omdat nu uit de doeken te doen. Maar ik verzeker u
dat het onzin is.
Even voor het goede uitgangspunt, meneer Mulders, het volgende.
Als wij op dit moment nog geld van het rijk onder ons hebben, dat wij
om zegenrijke reden nog niet hebben terugbetaald en waarop we rente
winst maken, daarvan kun je niet zeggen dat het een verkeerd investe
ringsbeleid is. Neemt u mij niet kwalijk. Dat is het laatste.
De heer Mulders:
Meneer de voorzitter, daarover ga ik niet verder in discussie.
-De-