- 21 -
Dit is trouwens geen zaak om naar het waarom te vragen. Dat is
het advies van de provinciale commissie. We moeten maar afwachten
hoe de zaken gaan uitpakken. Er zitten bij de aanvrage bepaalde
woningbouwplannen in. Maar het antwoord op de vraag waarom het zo
is gedaan, kunnen wij uiteraard alleen maar raden.
Dat weten we niet. Je kunt hierbij niet van het college verwachten,
dat het zou weten hoe de zaak in elkaar steekt.
De heer Mulders:
Meneer de voorzitter, onze fractie heeft berekend dat de gemeente
Zundert meer dan 1 Miljoen gulden aan rente heeft ontvangen in
het kalenderjaar 1981 van de 'deposito's overtollig kasgeld'.
Kunt u ons aangeven wat er met het bedrag gaat gebeuren, dat uit
gaat boven het bedrag aan rente, dat geraamd is in de begroting 1981,
derhalve van dit jaar.
Derhalve: wat er gaat gebeuren met het bedrag dat we meer hebben
ontvangen dan geraamd is in de begroting 1981.
De voorzitter:
Dat komt in de reserves terecht dat dan weer een rol speelt bij
defeestelijkhedenin januari en februari bij de behandeling van
de begroting.
De heer mulders:
Het wordt dus toegevoegd aan de saldireserve
De voorzitter:
Het komt op de een of andere manier in de saldireserve terecht.
Het bepaalt mede onze financiële welvaart. Als ik het niet goed
zeg, dan kan de heer Neutkens mij nu korrigeren.
U kunt ook beschikken over eenmalige middelen. Dat is ook mogelijk.
In principe wordt het overschot op de dienst van dit jaar.
Als we niets bijzonders doen, dan gaat het bedrag bij de afsluiting
van het jaar 1981 naar de saldireserve.
Dat het straks natuurlijk een rol speelt bij hetgeen wij financieel
kunnen doen spreekt vanzelf.
Dat kan de raad alsdan beslissen. Het bedrag gaat niet weg.
De heer Mulders:
Meneer de voorzitter, zit ik er ver naast indien ik dit bedrag schat
op ongeveer 600.000,
De voorzitter:
Ik dacht dat het grof weg gezegd, een bedrag van een miljoen gulden
betrof
De heer Neutkens;
Ik wil wel opmerken dat bij het samenstellen van de begroting - bij
de berekening van de financieringsbehoefte- geen rekening is gehoud
en met rijksvoorschotten tot een bedrag van drie miljoen. Dit bedrag
hebben we nog altijd van het rijk; dit bedrag moet nog wel worden
afgelost omdat het kosten van woningen betreft.
We vergeten dus bij de begroting de lening en het financierings
overschot, die de lening veroorzaakt.
Dat betekent dat we in de praktijk nog altijd rente en aflossing
voorlopig blijven doorbetalen tot de zaak door het rijk wordt terug
gevraagd. Dan komt er een korrektie. Voor die drie miljoen hebben
7 een we dus/last, die niet in de begroting is opgenomen. Dus 8% van
ruim drie miljoen moeten we aan het rijk terugbetalen en dat moeten
we dus ook uit de opbrengst van de deposito betalen.
De heer Mulders:
Dan heb ik toch ongeveer exact berekend, ik had met het terug te
-betalen-