- 16 - De voorzitter: De oorzaak van dat alles is de werktijd van de mensen, die daar in dienst zijn. Daaraan is natuurlijk een grens. Dat was de oorzaak van het feit, dat het college deze beslissing heeft genomen. We zullen er nog een keer in onze beslotenheid over praten. Dan krijgt het bestuur van het Flits antwoord. Akkoord met deze overdracht van het stuk? Vervolgens wordt zonder hoofdelijk stemming overeenkomstig het daarbij gestelde besloten. Omtrent stuk nr. X De voorzitter: Als sprekers noteer ik de heren Arnouts, Van der Kloot en Jacobs. De heer Arnouts: Ik heb met enige verwondering de stukken bekeken. Ik vraag me zelfs af: Meet het college niet met twee maten?. De heer Rennen woont, zoals u allen bekend is, in de Pieter van GinnekenstraatHij grenst met de achtertuin tegen de tuin van mevr. Van Hassel; deze bewoont dan een huurwoning.MevrVan Hassel heeft een stuk van haar tuin afgegeven en deze is verkocht aan de heer Peperstraten. De voorzitter: Weet u zeker dat het een stuk grond van het perceel van mevr. Van Hassel was? De heer Arnouts: Nou goed, die woning: u weet wel welke ik bedoel. U wilt mij toch niet uitlokken om een onjuiste voorstelling van zaken te geven? De voorzitter: Ter voorkoming van misverstand en voor de goede orde, dacht ik dat daar niet mevr. Van Hassel woonde maar een zekere mevr. W. De achternaam zeg ik niet voluit. De heer Arnouts: Goed, meneer de voorzitter, deze woont dan in de Vincent van Gogh- straat. De tuinen daarvan grensden aan de achterzijde aan elkaar. Wat is er gebeurd? Er is een stukje verkocht en zodanig doorgetrok ken, dat de tuinen nu gescheiden zijn, en wel aan iemand die in de Hertogstraat woont. Het is onbegrijpelijk voor de heer Rennen, die het stukje grond bijvraagt. Die mevrouw draagt daaraan niets bij; ook met haar achtertuin zat zij niet goed;zij wil dat dus graag kwijt zijn. Dat is een normale zaak. En als beiden dan hetzelfde behandeld worden, kan de heer Rennen die tuin ook kopen. Want hier vind ik dat als je het bij de ene aanvrager wel doet en de andere niet honoreert, dat kan niet. Ik ga zelfs verder. Wij hebben uw college toen de bevoegdheid ge geven om dergelijke gronden te verkopen. Ik zou liever zien dat de raad hierover in het vervolg zou oordelen. Hier is iets gebeurd, dat er op wijst, dat voor beiden hetzelfde moet gebeuren. Ik dank u wel. De heer Van de Kloot: Het gaat mij om de delegatie die aan het college is gegeven. Er staat in het stuk vermeld dat het college van de raad de bevoegd heid heeft verkregen een dergelijke strook grond te verkopen. Maar wanneer iemand iets aan de raad vraagt dan is de raad, dacht ik toch nog vrij om daaroveranders te denken. -De-

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1981 | | pagina 354