De heer Marijnissen:
Hieraan wil ik het volgende toevoegen,Er is onder andere door de directeur van
het werkvoorzieningschap gezegd dat er in Rucphen ook iets gebeurt. Dit is u
waarschijnlijk bekend.
De heer Domen:
Dit is mij niet bekend. Ik weet wel uit ondervinding bij andere gemeenten, dat
men summier is begonnen, doch dat men is uitgegroeid tot complete bedrijven.
Daarvoor juist ben ik zo bang. Dit is thans een enorme konkurrentie voor het
bedrijfsleven van de boomkwekers.
De heer Marijnissen:
Ik weet dat u doelt op de situatie in Eindhoven. Om voort te gaan met mijn
betoog moet ik stellen, dat de directeur van het schap heeft gezegd dat in
Rucphen aktiviteiten worden ontwikkeld in overleg met Zundertse kwekers.
Indien er derhalve aktiviteiten in deze richting worden ontwikkeld, dan zal
dit uitsluitend gebeuren in overleg met de Zundertse kwekers. Dat is toegezegd.
Indien voorts de door de voorzitter aangehaalde voorwaarde wordt opgenomen, dan
behoeft men beslist niet bang te zijn
De voorzitter:
De voorwaarde, die ik niet zal herhalen teneinde misverstand ten aanzien van de
redactie te voorkomen, is werkelijk voldoende en deze verhindert voorts deze
aktiviteiten.
Ook zijn de relaties met het schap van dien aard, dat ik er op vertrouw, dat
zich zo iets/zal ontwikkelen. Daarvoor behoeft u niet bang te zijn.
De heer Laurijssen:
Desondanks is mijn vrees niet weggenomen.
De voorzitter:
Dat spijt my dan,De heer Marijnissen en ik hebben ons best gedaan. Het voorstel
ligt er. Haar de mening van het college is er geen reden de beslissing hierop
aan te houden.
De heer Arnouts:
Gelet op het feit, dat uw college in de vergadering van november met een voorstel
komt betreffende de verdeling van de andere ruimtes van de L.A.S.-school, dan
kan de raad zich eerst een goed oordeel vormen omtrent de gehele situatie van
de verhuur van het complex. Een aanhouding lijkt mij dus zinvoller.
De voorzitter:
Indien nu het schap, waarmede de gemeente goede relaties heeft en die voor het
college bijzonder veel betekent, dit ons vraagt, omdat He'ruimte goed kan worden
gebruik^; zodat er nog vóór de winter onderhoud kan worden gepleegd, dan is dit
de reden van het voorstel. Het schap loopt immers al tijden uit te zien naar
een ruimte.
Indien de gemeente geen alternatieven ziet en gelet voorts op het feit, dat
in de novembervergadering over de andere voorstellen van het college kan worden
gediscussieerd, dan kan naar onze mening het lokaal ter beschikking worden ge
steld aan het schap. Het betreft overigens geen willekeurig e groep mensen; dus geef
deze ruimte dan. Het schap verzorgt immers voor 54 mensen uit deze gemeente
werkgelegenheid op een sociaal verantwoorde manier. Hu wordt er gepraat alsof
er ik-weet-niet-wat aan de hand is.
Het schap was na een uitnodiging voor een gesprek blij met het aanbod, zodat
het college vaart achter het voorstel heeft gezet. Moet men het nu dan gaan aan
houden en in de volgende vergadering toch ter beschikking stellen?
De heer Arnouts:
Het gaat niet over het al dan niet ter beschikking stellen, het betreft de vraag
wat er met de overige lokalen van het gebouw gaat gebeuren. Andere verenigingen
zitten immers ook op de ter beschikkingstelling te springen. Dus dring ik aan
op een compleet voorstel voor de verdeling in de volgende vergadering.
De voorzitter:
Dit staat ten overvloede in het voorstel aangegeven. De voorstellen terzake
moeten echter nog worden uitgewerkt. Het voorstel om een ruimte thans.reeds