- 27 -
nog een instantie toe te voegen.
De voorzitter
Ik onderken uw probleem niet. Daarentegen is het niet de taak van een opbouw
werker om individuele problemen van mensen op te lossen, die zij in het maat
schappelijke leven ondervinden. Ook een tolkendienst is weinig zinvol en al
leen maar een nuttig hulpmiddel bij taalproblemen, terwijl het maatschappe
lijk werk niet is gespecialiseerd in specifieke problemen van buitenlanders.
Derhalve blijft naar de mening van het college over de onderhavige stichting,
temeer omdat het bureau sociale zaken van de secretarie alleen de sociale
wetgeving uitvoert zonder daarbij hulp te verlenen, of zelfs kan verlenen,
omdat men hierin niet gespecialiseerd is. Ik meener voorts op te moeten wij
zen, dat hoe minder de aan te trekken functionaris in Zundert bijstand ver
leent, des te minder de groep buitenlanders problemen heeft. Ten aanzien van
uw opmerking over de mogelijkheid tot inschakeling van de Stichting Buiten
landse Werknemers merk ik op dat deze stichting een meer algemene taakstel
ling heeft dan alleen de individuele begeleiding van buitenlanders. Daarom is
het naar de mening van het college zinvol, dat een functionaris wordt aange
trokken, die de problemen van elke buitenlander afzonderlijk met betrokkene
in een goed gesprek kan uitdiepen.
De heer Zwaard
Uw uiteenzetting, meneer de voorzitter, geeft mij aanleiding op te merken,
dat indien bijvoorbeeld na verloop van een bepaalde periode zal blijken dat
deze functionaris niet goed functioneert, in een later stadium het college
kan voorstellen nog een extra kracht aan de stichting toe te voegen. Hiermede
bedoel ik te zeggen dat het einde van de rit bij aanneming van het voorstel
van het college nog lang niet in zicht is. Nogmaals wijs ik er op, dat mijn
woorden niet verkeerd moeten worden uitgelegd in die zin, dat aan deze groep
in de samenleving geen hulp zou moeten worden geboden. De door mij genoemde
instanties bieden naar mijn mening echter voldoende mogelijkheden tot die
hulpverlening
De heer Van der Kloot
Ik wil, meneer de voorzitter, duidelijk stellen, dat ik voor het voorstel
ben. Hierbij wil ik wijzen op het feit, dat ik in het nabije verleden veel
kontakten heb gehad en ben omgegaan met gastarbeiders. Daaruit is mij geble
ken dat deze groep enorm veel aanpassingsmoeilijkheden heeft. De problemen
zijn ontstellend groot. Reden voor mij om het voorstel te steunen en om bij
te dragen in de kosten.
Vervolgens stelt de voorzitter de stemming over het voorstel van het college
aan de orde, wie "voor" stemt, is voor het voorstel van het college.
de heer Mulders voor
de heer Zwaard tegen
mevr. Voeten-Damen tegen
de heer Marijnissen tegen
de heer Hoekman voor
de heer Leeuw voor
de heer Arnouts voor
de heer S. Jochems voor
de heer Van Nunen voor
de heer Van der Kloot voor
de heer Laurijssen voor
de heer Huijbregts voor
de heer Jacobs tegen
de heer A. Jochems voor
De voorzitter stelt daarop vast dat het voorstel van het college met 10 stem
men vóór en 4 stemmen tegen is aangenomen.
- Voorstel -