- 12 -
De heer Mulders
Ik heb u vorige week diverse malen opgebeld.
De voorzitter
De betreffende brief van de heer Schrauwen is gistermiddag aan het college
uitgereikt.
De sekretaris
Ik heb u in ieder geval de informatie waarover ik beschikte op het moment
waarop ik kontakt met u gehad heb, juist doorgegeven. Deze gang van zaken
en de aantijgingen vind ik echter wel te gortig worden.
De voorzitter
Intussen is er echter wel de mededeling over de exploitatiebijdrage, die
de heer Schrauwen zou moeten betalen. Wat wil de heer Mulders met deze me
dedeling van het college doen?
De heer Mulders
Naar aanleiding van de discussie zou ik een herziening hebben willen vra
gen van de bijdrage van 24,per m2. Nu de heer Schrauwen afgezien
heeft van de vestiging op het bedrijventerrein, is deze herziening overbo
dig geworden. Een eerdere mededeling uwerzijds zou overigens de gehele
discussie overbodig gemaakt hebben.
De voorzitter
De gehele discussie is dermate principieel door u gevoerd, dat deze ook
principieel is beantwoord. Door de mededeling eerder te doen zou ik u het
genoegen hebben ontnomen uw standpunten nader toe te lichten.
Vervolgens worden de mededelingen zonder hoofdelijke stemming voor kennis
geving aangenomen.
Voorberei- 2^ Voorstel van burgemeester en wethouders tot het nemen van een voorbe-
dingsbesluit reidingsbesluit voor een aan de Kapellekestraat gelegen perceel, kada-
Kapelleke- straal bekend gemeente Zundert, sektie K, nr. 3200 (J. C.F.L. Roelands)
straat (bouw- T
T n De heer Jacobs
plan J.C.F.L. T1
Roelands) vernomen, meneer de voorzitter, dat de stedebouwkundige ongunstig
over het bouwplan heeft geadviseerd. Wat zijn de renenen van dit advies?
De voorzitter
De stedebouwkundige heeft inderdaad bezwaren tegen dit bouwplan, omdat
hierdoor het uitzicht van de randbebouwing van Zundert en Klein-Zundert op
het dal van de Kleine Beek te veel zou afschermen. Zijn zienswijze is ove
rigens in overeenstemming met het reeds eerder van de provinciale planolo
gische commissie ontvangen advies.
De heer Jacobs
De stedebouwkundige handelt derhalve tegengesteld aan zijn opdracht van
het college en van de gemeenteraad. Hij weigert immers opdrachten van de
gemeente uit te voeren.
De voorzitter
Het college en niet de raad heeft hem gevraagd naar zijn mening omtrent
het bouwplan. De stedebouwkundige heeft geantwoord om planologische rede
nen niet te kunnen meewerken aan de realisering van het bouwplan. Dit is
zijn goed recht, temeer daar hij niet in loondienst van de gemeente Zun
dert is. Hij wenst zijn eigen verantwoordelijkheid als stedebouwkundige te
behouden. Het staat hem vrij een dergelijk standpunt in te nemen. Hierin
is hij zo vrij als ieder ander, wanneer u deze iets verzoekt te doen.
Uiteraard kan dan aan een ander opdracht worden gegeven, doch wisseling
- van