-2-
december. We zien geen aanleiding óm daaraan iets te doen.
De heer van der Kloot:
Het heeft toch geen enkele zin meer. Het kernpunt, waar het om gaat, is
dat de heer Simons op het moment dat het bestemmingsplan werd vastge
steld geen agrariër was. Het was toen geen agrarische woning en nu ook
niet.
De voorzitter:
Wij vinden dat de zaak door moet gaan zoals hij daar nu ligt.
De heer van der Kloot:
De tijd, die de mensen in deze zaak steken, zal hoogst waarschijnlijk
verloren tijd zijn.
'Zonder hoofdelijke stemming worden de onder IV vermelde stukken 1 en 2
voor kennisgeving aangenomen.
De heer van der Kloot:
We zien met ons allen dat er een enorme stagnatie is opgetreden in de
woningbouw. De woningbouw heeft het erg moeilijk. De aannemers hebben
het erg moeilijk. We roepen met ons allen dat er een halt moet worden
toegeroepem aan de beunhazerij en de sluikbouw. Nu de gemeente einde
lijk een middel heeft dit mede te bestrijden, klinkt het erg verwonder
lijk als de gemeente daar niet aan mee wil werken.
De voorzitter:
U ziet onder stuk V onze motivering staan. Het is een zaak die in de
nationale wetgeving moet komen. Wij vinden dat het niet op de weg van de
gemeente ligt om die zaak te regelen.
De heer Zwaard:
Ik kan uw mening helemaal onderschrijven. Als wij zouden ingaan op het
voorstel van de minister, dan zou de gemeente een bouwregistratieplicht
opgelegd krijgen. Wij registreren toch nu al al die bouwvergunningen.
Er is toch al reeds van hogerhand een mogelijkheid tot inzage aan
wezig in de afschriften van al die vergunningen. Ik zie het dan ook
niet als een gemeentelijke taak om te voldoen aan het verzoek tot in
voering van die registratieplicht.
De voorzitter:
Het ligt niet op onze weg om een regeling in die zin in te voeren. Bouw
vergunningen worden gegeven op grond van de Woningwet. Dat reguleert
de kwaliteit van de volkshuisvesting en de ruimelijke ordening. Maar het
is niet de bedoeling om daarmee het bouwbedrijf te regelen of te bevor
deren. Dat ligt op een heel andere golflengte. Als de minister vindt
dat er iets geregeld moet worden, dan moet hij maar nationale maatregels
voorstellen, die waterdicht zijn. Het lijgt niet op onze weg om het
bouwbedrijf te ordenen.
De heer van der Kloot:
De minister vraagt dit niet zonder redenen. Het zal voor hem en zijn
hele ministerie moeilijk zijn om die toestand te besttijden. En nu
vraagt hij de gemeenten medewerking. En ik blijf het een wonderlijke
zaak vinden als de gemeenten weigeren hieraan medewerking te verlenen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het stuk, vermeld onder
V, overeenkomstig de terzake gegeven toelichting van burgemeester en
wethouders voor kennisgeving aangenomen.
Nadat zonder diskussie en zonder hoofdelijke stemming het stuk, vermeld