-13-
De voorzitter:
Kan Agrarisch Belang het zekere aantal procenten, dat men denkt aan
subsidie te willen verlenen, nog nader aanduiden?
De heer A.Jochems:
Toch zeker de helft.
De voorzitter:
De helft. Dank u wel.
De heer Arnouts:
Mijnheer de voorzitter, onze groepering is voor behoud van de torens.
Daar gaat de zaak nu over. Als ik dan zie dat er in Wernhout ook al
een pad gelegd is naar het kerkhof, dan vind ik het behoud van de
toren toch wel belangrijker en dat daarvoor geld gegeven wordt. Ik heb
vroeger gepleit voor verlichting van de torens en ik zou ook hier straks
pleiten voor een subsidie voor het torenbehoud.
De heer van der Kloot:
We kennen allemaal het oude spreekwoord: als de pastoor niet meer vraagt
en de boer niet meer klaagtHier geloof ik dat toch de pastoor te
recht iets vraagt. De financiële situatie van de meeste kerkparochies
is erg moeilijk aan het worden. We kunnen net rond komen, maar groot
onderhoud kan nauwelijks worden gepleegd. Ik zou het met de zienswijze
van de anderen eens kunnen zijn, in die zin dat in overleg met de kerk
besturen in Zundert een beleidslijn uitgestippeld kan worden.
De voorzitter:
Ik begin in te haken op hetgeen de heer van der KLoot gezegd heeft.Het
verhaal is van vele facetten voorzien. Mijnheer van der Kloot zegt dat
de parochies het onderhoud niet meer kunnen betalen. Hij is kerkmeester
en kent uit dien hoofde wellicht de situatie. Nog afgezien
van het kerkje san de Hervormde Parochie, waarvoor, omdat het op de
monumentenlijst staat, een andere financiële regeling geldt, kent onze
gemeente vier behoorlijke kerken. Het onderhoud van die gebouwen gaat
in de toekomst een kostbare zaak worden. Vier torens. Het torentje
van Klein-Zundert gaat nu al een ton kosten. Als de toren van de St.
Trudo-kerk in de steigers moet, zal dat alleen al voor de steigerbouw
veel geld kosten. Tel uit je winst als je naar Wernhout gaat en er in
Achtmaal ook nog iets moet gebeuren. Nu heb ik voor me een afdruk van
een artikeltje in het blad van het Bisdom, waarin gesproken wordt over
overname door de gemeente van kerktorens, kerkgebouwen en pastorie-
en, als deze gezichtsbepalend voor de gemeente zijn. Het gaat dan om
zaak, waarmee je verschrikkelijk voorzichtig moet zijn. Het is één
ding om te zeggen: ja, ja, wij zijn voor de toren van KLein-Zundert
en wij willen 50% subsidie geven. Ik zou het gezicht van mijnheer A.
Jochems wel eens willen zien, als de gemeente 50% moest gaan betalen
in de onderhoudskosten van de torens en kerkgebouwen in deze gemeente.
Wij hebben duidelijk en hard gezegd dat we daaraan niet kunnen beginnen.
Als je één mooie toren hebt - we hebben er een gehad, maar die hebben
ze jammer genoeg gesloopt - en die staat midden in het dorp, terwijl
de kerk sterk gezichtsbepalend is voor het plein of de markt in het
dorp, kan ik me voorstellen dat er dan een ander besluit uitkomt dan
wanneer je gezegend bent met vier kerkdorpen en er voor vier
kerkxen gelijkelijk financiële steun gevraagd wordt. Dat zo'n
verzoek gaat komen, dat staat nu reeds vast. Ik durf het niet te
taxeren, maar u zou mij niet van lichtvaardige gokkerij kunnen beschul
digen, als ik zeg dat dat in enkele tonnen per jaar gaat lopen. Daarom
hebben wij als kollege gezegd: nee, dat kunnen we niet gaan doen. Dat
is geen taak voor ons. Dat kunnen we eenvoudig niet aanvatten. Als die
kerken door de parochies niet overeind gehouden kunnen worden, dan
spijt het ons, maar dan kan de burgerlijke gemeente dat ook niet. Heel
spijtig. Geen van de sprekers zal mij waar kunnen maken dat wij in on
ze begroting daarvoor vlot even ruimte kunnen scheppen. Dat is er niet