-3- De heer Zwaard: Mijnheer de voorzitter, wij begrijpen dat er voor ons op dit moment niets anders op zit dan het beroep ongegrond te verklaren. Ik merk wel op dat werknemers^belangen dit onder groot protest doet. Wij zijn zeer ontstemd over de hele ontwikkeling. Het is diep treurig dat wij -de gemeente- zodanig door GS betutteld /worden worden dat wij min of meer gedwongen/de burgerbouw -mede gezien de vraag naar woningen- tegen te houden. Natuurlijk is het ons bekend dat het bewuste gebied de bestemming "agrarisch gebied II" heeft, maar het is ons ook bekend dat onze stedebouwkundige -die als zeer kritisch bekend staat- ook geen bezwaar had tegen de bouw van deze woning. Wij hebben er aan gedacht een motie in te dienen doch wij willen volstaan met dit protest. Wij vragen het college dit protest bij GS kenbaar te maken en al het moge lijke te doen deze man toch nog te helpen. De voorzitter: Ik ben blij dat U ziet dat er geen andere keus was. De raad heeft een voorbereidingsbesluit genomen en dat betekent al dat er geen vergunning zo maar kon worden afgegeven. Het standpunt wat U naar- voren heeft gebracht zal zeker bij het college van GS worden overgebracht. Het gaat erom of we daar ooit nog aan het bouwen toe komen. Ik zal het daar nog eens met de wethouders over hebben. Het zal U daar zeker ook om gaan. Bij het vertalen van Uw stand punt zal het college rekening houden met de mogelijkheden die nog overblijven. Dat is misschien wat onduidelijk. De heer Zwaard: Wij worden nogal eens betutteld door GS, misschien wel eens te recht maar ook vaak ten onrechte. GS hebben ook een spaak in het wiel gestoken bij dat carrosseriebedrijfDat bedrijf had daar wat ons betreft kunnen bouwen. Ik wil het college die op merking ook duidelijk meegeven. De gemeente moet niet zo betut teld worden. Ik zit in de agrarische commissie en wij zijn nogal streng in bepaalde zaken, maar waar het kan moet het kunnen en in dit geval kon het wel. De voorzitter: Dat standpunt is klaar en duidelijk. Het is de vraag in hoeverre je het standpunt al moet duidelijk maken als je misschien nog een mogelijkheid hebt om er iets aan te doen. Dit besluit is een onvermijdelijk noodlot voor de heer Jacobs. Ik wil er nog iets over zeggen. Er is een mijnheer Jacobs en die wil bouwen, maar dat kan niet volgens het plan. Eerst B en W en later de raad vinden dat het wel moet kunnen en er wordt een voorbereidingsbesluit genomen zodat een vergunning gegeven kan worden in afwijking van het plan. Er zijn geen bezwaren. Alvo rens de vergunning te verlenen moeten GS er ook mee akkoord gaan. GS zegt "nee" en handhaven die bezwaren in tweede instantie. De gemeente ligt er dan uit. BenW moeten dan de vergunning weigeren^ omdat er geen goedkeuring van de provincie is. De man kan wel in beroep maar de raad kan de vergunning ook niet verlenen. Dat zou in strijd met de wet zijn. Het is vreemd dat de raad en B en W meewerken aan een anticipatie, maar toch geen vergunning kunnen verlenen. Zonder verdere discussie of hoofdelijke stemming wordt overeen komstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1980 | | pagina 65