- 5 - plantepalingen wordt de familie Herrijgers in hm uitbreidingsplannen belemmerd. Zouden we dit zomaar moeten toestaan?" De voorzitter: "- Is er dan genoegzame reden het andere toe te staan?Daar_ is geen enkele reden voor, mede gelet op het feit, dat men vrede heeft met de huidige situat tie. Mocht in de de dochter van betrokkene met haar man alleen komen te wonen in het pana enrzrcn plannen voordoen om het pand te gaan verbouwen dan is daar geen enkel bezwaar tegen. Om daar nu echter voorshands de bouw een tweede bedrijfswoning toe te staan is naar mijn mening wat al te voor barig, gelet ook voorts op de kleine omvang van het perceel. Bij verkoop van een gedeelte van het perceel voor deze tweede woning ontstaat een miniscjrul klein perceeltje, waarop het bijna niet mogelijk is te bouwen." De heer Arnouts "Het behoeft niet altijd te gaan om de verkoop. Ik herhaal daarom mijn mening dat ik nietkan inzien, dat hier niet de mogelijkheid zou kunnen worden geschapen om zoals elders in de gemeente, de mogelijkheid te laten bieden de bouw van een tweede bedrijfswoning toe te staan of het huidige pand tot 2 woningen om te bouwen.". De voorzitter; ".Er zijn op meerdere plaatsen dingen gebuerd, die niet zouden mogen worden toegestaan. Feiten dat 2 bedrijfswoningen naast elkaar zijn gebouwd komen mij onwaarschijnlijk voor." De heer Arnouts "Het gaat er mij omdat 2 families gescheiden in een pand kunnen wonen en dat de planvoorschriften hiertoe de mogelijkheid bieden", zo niet dan vormt het voorgestelde besluit een ernstige belemmering voor de familie Herrijgers." De voorzitter: "Er is geen enkele reden aanwezig de planvoorschriften te wijzigen. Inderdaad planvoorschriften vormen een belemmering mar men vergeet dat de huidige situatie in het plan wordt vastgelegd, een situatie waarmede de betrokkenen alle vrede hebben; men kan er immers doen en laten volgens de voorschriften zodat nogmaals gesteld er geen reden is van het voorstel af te wijken. Daarom stel ik het voorstel nogmaals aan de órde". Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming het ontwerpbestemmingsplan over eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders vastgesteld. 3. Voorstel om in principe medewerking te verlenen aan de realisering van een 8-tal bouwplannen middels het nemen van een voorbereidingsbesluit. De heer Arnouts merkt het volgende op: "Naar aanleiding van dit voorstel meen ik te moeten wijzen op het feit, dat mej. Vissenberg medewerking heeft verzocht voor de bouw van een woning aan de overzijde van Kapellekestraat; dit verzoek is volgens mijn informatie negatief beoordeeld; indien derhalve aan de onderhavige bouwplannen mede werking wordt verleend, wordt naar mijn mening gemeten met twee verschillende maten. Uiteraard ben ik voor bebouwing aan deze straat indien daarom wordt gevraagd. Waarom hanteert het college dan het standpunt dat slechts aan een zijde mag worden gebouwd -?? Het maakt naar mijn mening geen verschil welke zijde van de straat men bebouwt; daarom dat voor de overzijde ook een planwijziging kan worden voorbereid." De voorzitter "De redenering dat ook aan de overzijde moet kunnen worden gebouwd is wat al te simpel. Bij deze redenering namelijk wordt over het hoofd gezien dat de onderhavige straat aan de rand van het buitengebied ligt, waardoor moge lijk stedebouwkundig gezien bebouwing aan de ene zijde en niet aan de andere zijde geoorloofd is en aanvaardbaar kan zijn. Het is voorts naar mijn mening ook niet vanzelfsprekend, dat indien men aan het begin vanaf de Willem Pas toorstraat aan de linkerzijde bebouwing toestaat aan de andere zijde een heel eind verderop'richting de kleine Beek, ook bebouwing zou moeten toe staan. V^cgrts wijs ik erop, dat het stedebouwkundig gezien moeilijk aan- vaardbaarYom de betreffende bouwaanvrage van mejVissenberg te honoreren. Principe medewerking 8-tal bouw plannen

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1980 | | pagina 149